3.Druk bij de gewenste voorkeur de [SELECT] toets in om naar de volgende instelling te gaan. Op de middelste regel begint de referentiewaarde van de hoogte te knippe- ren.
4.Druk de [ON OFF] toets in om de waarde te verhogen of de [QUICK] toets om de waarde te verlagen.
5.Druk bij de gewenste referentiehoogte de [SELECT] toets in om naar de volgende instelling te gaan (Hoogte Alarm instelling). Op de bovenste regel begint het “ON” of “OFF” te flikke-
ren.
6Druk hetzij de [ON OFF] hetzij de [QUICK] toets in om u tussen “ON” en “OFF” te ver- plaatsen voor het Hoogte Alarm.
NOOT: Een geactiveerd hoogte alarm wordt aangegeven met een alarm symbool.
7.Druk bij de gewenste waarde de [SELECT] toets in om naar de volgende instelling te gaan. Op de middelste regel begint het hoogte alarm te flikkeren.
8.Druk de [ON OFF] toets in om de waarde te verhogen of de [QUICK] toets in om de waarde te verlagen.
9.Druk bij de gewenste hoogte de [MODE] toets in om de veranderingen te bevestigen en het menu te verlaten.
NOOT: U kunt altijd terugkeren naar de ALTI hoofddisplay door tijdens een van de 9 stappen de [MODE] toets in te drukken.
Zodra u de referentie hoogte van de actuele locatie heeft ingesteld gaat De Observer de lucht- druk op zeeniveau corrigeren en om deze reden hoeft deze functie niet te worden ingesteld.
NOOT: Het instelmenu verdwijnt automatisch wanneer het langer dan een minuut niet wordt gebruikt.
3.3 LOGBOEK SUBMENU
3.3.1 Starten en Stoppen van een Logboek Registratie
In het hoofdmenu van de altimeter start een logboek registratie met twee korte drukken
21