2.HAAL DE AFVOERTRECHTER LOS - Draai de sluitmoer die de draaikop van de afvoertrechter aan de bevestigingsbeugel bevestigt los, zodat de draaikop opgetild kan worden en de afvoertrechter van de sneeuwruimer gehaald kan worden.
3.HET VERWIJDEREN VAN DE RIEMHULS - Zie “HET VERWIJDEREN VAN RIEMHULS” in dit gedeelte van deze han- dleiding.
4.HET VERWIJDEREN VAN DE MOTORRIEMSCHIJF (A) - Verwijder riem (B), en plat borgschijfje (D) die de riemschijf aan de slingeras van de motor bevestigen. Verwijder de buitenste (boor)riemschijf (A) alleen van de slingeras.
5.SCHEID DE SNEEUWRUIMER - Verwijder, met uw assistent aan de hendels, de twee riemen (F) en afsluitborgschijfje (G) die de boormantel (1) en het frame (2) samenhouden.
WAARSCHUWING: Als de laatste riem is verwijderd, dient uw assistent voorzichtig de hendels naar de grond te laten zakken.
6.VERWIJDER DE BOORRIEM (H) van de riemschijf (E).
7.VERMINDER DE SPANNING OP AANDRIJFLEIROL (J) en verwijder de aandrijfriem (K) van de riemschijven.
TIP: Voeg een 3/8" aandrijfpal (in “ON”) in het vierkante gat in de leirolarm (J) en draai pal met de klok mee om de spanning te verminderen.
8.Als de spanning van de arm af is, installeer dan een nieuwe aandrijfriem om de riemschijf en in de riemhouders (L).
9.Plaats de boorriem (H) alleen rond en in de gleuf van de boorriemschijf (E).
10.Als uw assistent langzaam de hendels optilt om de boormantel en het framestel weer samen te voegen, trek dan de boor- riem op en druk de zijkanten boven de riemschijf zodat de riem volledig in de gleuf van de riemschijf (E) zit.
11.Zet de sneeuwruimer weer helemaal in elkaar en controleer zorgvuldig of de riemen de juiste loop volgen. Als de boorriem van de riemschijf heeft losgelaten (en op de console van de leirolarm (M) terecht is gekomen tijdens het in elkaar zetten van de sneeuwruimer), maak dan de sneeuwruimer weer open en herhaal stap 10. De riem moet volledig in de riemschijfgleuf zitten als de sneeuwruimer weer in elkaar gezet wordt.
12.Zet de twee zeskantmoeren (F) en afsluitborgschijfjes (G) terug en maak stevig vast.
13.HET INSTALLEREN VAN DE MOTORRIEMSCHIJF (A) - Leg de riem in de riemschijfgleuf en schuif de riemschijf op de slingeras. Zet het platte borgschijfje, bout terug en maak stevig vast
14.Zet de riemhuls en twee (2) schroeven terug. Maak stevig vast.
15.HET INSTALLEREN VAN DE AFVOERTRECHTER- Zie “HET INSTALLEREN VAN DE AFVOERTRECHTER / DRAAIKOP” in het gedeelte Montage van deze handleiding.
Sostituire le cinghie
Le cinghie della coclea e della trazione non sono riparabili. Se presentano dei danni o cominciano ad allentarsi troppo per via dell’usura, vanno sostituite. Si consiglia di far cambiare la(e) cinghia(e) da un centro di assistenza qualificato.
NOTA: Si consiglia di sostituire contemporaneamente la cinghia della coclea e quella di trazione.
Le cinghie a V montate sul vostro spazzaneve sono di speciale fattura e vanno sostituite con ricambi originali (OEM), disponibili presso il rivenditore più vicino. L’utilizzo di ricambi non originali può dare luogo a lesioni personali o danneggiare la macchina.
ATTENZIONE: per sostituire le cinghie è necessario smontare lo spazzaneve. Durante la fase di smontaggio della cassa della coclea (1) dall’intelaiatura (2), è importante che ci sia un assistente che mantenga lo spazzaneve per l’impugnatura (3), stando nella normale posizione di lavoro. Se la macchina dovesse cadere durante il cambio delle cinghie, ciò potrebbe comportare gravi lesioni personali e danni allo stesso spazzaneve.
1.TOGLIERE LA BENZINA DAL SERBATOIO – travasare la benzina dal serbatoio in un apposito contenitore. Compiere questa operazione all’aperto, lontano da fiamme o fonti di calore. Rimuovere con un panno eventuali tracce di benzina versata.
2.TOGLIERE LA BOCCA DI SCARICO – allentare i dadi di sicurezza che tengono la testa rotante della bocca di scarico fissata alla staffa di montaggio quel tanto che basta per sollevare la testa e rimuovere la bocca di scarico dallo spazzaneve.
3.TOGLIERE IL COPERCHIO DELLA CINGHIA – Si faccia riferimento al paragrafo “RIMUOVERE IL COPERCHIO DELLA CINGHIA”, contenuto in questa parte del manuale.
4.TOGLIERE LA PULEGGIA DEL MOTORE (A) – togliere il perno (B), e la rondella piatta (D) che tengono la puleggia fissata all’albero a gomiti. Togliere la puleggia esterna (coclea) (A) soltanto dall’albero a gomiti.
5.SMONTAGGIO DELLO SPAZZANEVE – con l’aiuto di un assistente che starà nella normale posizione di lavoro ad impugn- are saldamente la macchina, togliere i due perni (F) e le due rondelle di sicurezza (G) che tengono insieme la cassa della coclea (1) e l’intelaiatura (2).
ATTENZIONE: quando viene smontato l’ultimo perno, l’assistente dovrà abbassare lentamente l’impugnatura della macchina fino ad appoggiarla a terra.
6.TOGLIERE LA CINGHIA DELLA COCLEA (H) dalla puleggia (E).
7.ALLENTARE LA TENSIONE SUL TENDITORE DELLA CINGHIA DI TRAZIONE (J) e togliere la cinghia di trazione (K) dalle pulegge.
CONSIGLIO: Inserire un dente di arresto da 3/8" (in posizione “ON”) nel foro quadrato del braccio del tenditore (J) e ruotarlo in senso orario per allentare la tensione.
8.Con la tensione allentata sul tenditore, montare la nuova cinghia di trazione e i dispositivi di fissaggio interni (L).
9.Inserire la cinghia della coclea attorno e all’interno dell’apposita scanalatura (E).
10.Mentre l’assistente lentamente rialza l’impugnatura in modo da poter rimontare insieme la cassa della coclea e l’intelaiatura, tirare la cinghia e premere insieme le due parti sopra la puleggia, in modo che la cinghia vada completamente in posizione (E).
56