
NEDERLANDSNL
5 TOEPASSINGEN
De machine mag uitsluitend gebruikt worden bij de volgende werkzaamheden met de aangegeven originele
|
|
Gebruik | Accessoires, origineel van |
| GGP |
Gras maaien | Met maaidek 95 C (alle model- |
| len). |
| Met maaidek 105 C |
| (alleen 4155 H). |
Sneeuwruimen | Met sneeuwschuiver. Gebruik |
| van sneeuwkettingen en frame- |
| gewichten wordt aanbevolen. |
Gras en bladeren | Uitgerust met getrokken opvang- |
vegen | bak 30" of 42". |
Gras- en bladtrans- | Uitgerust met transportkar (Pro |
port | of Combi). |
Het trekmechanisme mag worden belast met een verticale kracht van maximaal 100 N.
De duwkracht van getrokken accessoires op het trekmechanisme mag niet groter zijn dan 500 N. LET OP! Neem vóór het gebruik van een aanhang- er altijd contact op met uw verzekeringsmaat- schappij.
LET OP! Deze machine is niet bedoeld voor rijden op de openbare weg.
6 STARTEN EN RIJDEN
De machine alleen gebruiken met geslo- ten en vergrendelde kap. Anders be- staat er een kans op brandwonden en kunt u bekneld raken.
6.1Bijvullen met benzine (18:Q)
Gebruik altijd loodvrije benzine. Gebruik nooit brandstof voor tweetaktmotoren.
De tank heeft een inhoud van 6 liter. Door de trans- parante tank is het brandstofniveau makkelijk af te lezen.
LET OP! Gewone loodvrije benzine is beperkt houdbaar en mag niet langer dan 30 dagen worden bewaard.
U kunt ook milieuvriendelijke benzine gebruiken, d.w.z. gealkyleerde benzine. Dit type benzine heeft een samenstelling die minder schadelijk is voor mens en milieu.
Benzine is uiterst brandbaar. Bewaar brandstof altijd in een speciaal daar- voor bestemde tank.
Vul alleen buitenshuis benzine bij en rook niet tijdens het bijvullen. Vul de tank voordat u de motor start. Verwi- jder nooit de vuldop en vul de machine nooit met benzine wanneer de motor loopt of nog warm is.
Vul de benzinetank nooit helemaal tot de rand. Laat een zekere ruimte (ten minste de gehele vul- buis plus
6.2 Controleer het oliepeil
Het carter is bij aflevering altijd gevuld met olie SAE
Controleer voor elk gebruik of het oliepeil cor- rect is. De machine moet op een vlakke onder- grond staan.
Zorg dat de omgeving rond de oliepeilstok schoon is. Draai de oliepeilstok los en trek hem omhoog. Veeg de oliepeilstok af.
Breng de stok weer aan en draai hem vast. Draai hem daarna weer los en trek hem omhoog. Lees het oliepeil af. Vul olie bij tot de “FULL”- streep als het oliepeil onder deze markering ligt. Zie afb. 19.
Het oliepeil mag nooit boven de
6.3Oliepiel van de versnellingsbak controleren
Controleer voor elk gebruik of het oliepeil correct is. De machine moet op een vlakke ondergrond staan.
Lees het oliepeil af op het reservoir (20:R). Het peil moet tussen MAX en MIN liggen. Vul indien nodig olie
Type olie:
| Type olie |
4WD | Synthetische olie |
HST | SAE |
6.4Veiligheidscontrole
Controleer of de machine voldoet aan de onder- staande veiligheidscontrole.
De veiligheidscontrole moet voor ieder gebruik worden uitgevoerd.
Als een van de onderdelen niet door de test komt, moet u de machine niet ge- bruiken! Breng de machine voor reparatie naar een servicewerkplaats!
41