Versatis_Conference_nl.qxd 31/03/2005 15:56 Page 132
132
4. TOEGANKELIJKE FUNCTIES TIJDENS EEN GESPREK
4.1HET VOLUME VAN DE MICROFOON AFSTELLEN
De microfoon beschikt over 16 volumeniveaus.
lDruk op of om het volume van de microfoon tijdens een gesprek af te stellen.
4.2FUNCTIE MUTE
Als de functie Mute ingeschakeld is, is de microfoon van het ontvangtoestel uitgeschakeld.
lDruk op om de functie Mute in of uit te schakelen.
Als het gesprek in de functie Mute verloopt, verschijnt het symbool | ; de waarschuwingslampjes op het ontvangtoestel worden rood |
en gaan langzaam knipperen. |
|
4.3TOETS R
Een gekalibreerde onderbreking (Flash) kan tijdens een gesprek verstuurd worden.
l Druk op voor toegang tot bijkomende diensten van de operator of de PABX.
Raadpleeg hoofdstuk 5.3 "De toets R programmeren (gekalibreerde onderbreking / Flashing)" voor meer informatie over de wijziging van de duur van de flashtijd.
4.4WEERGAVE VAN HET NUMMER VAN HET ONTVANGTOESTEL
Het nummer van het ontvangtoestel wordt tijdens een gesprek weergegeven. Controleer op voorhand of u deze functie juist afgesteld heeft (zie paragraaf 5.4 "Het telefoonnummer van de VERSATIS Conference programmeren").
lTijdens een gesprek, druk op .
"Het telefoonnummer verschijnt (als het geprogrammeerd werd).
"Na 10 seconden keert de schermweergave terug naar het vorige scherm.
of
lDruk op om het nummer van het scherm te doen verdwijnen en terug te keren naar het scherm met de duur van het gesprek.