Husqvarna 952802154 Onderhoudsschema, Wekelijks onderhoudIedere Maandelijks onderhoudIedere

ONDERHOUD

Onderhoudsschema

Hieronder volgt een lijst van het onderhoud dat aan de machine moet worden uitgevoerd. De meeste punten staan beschreven in het hoofdstuk Onderhoud.

Dagelijks onderhoud(Iedere 5-10 u)	Wekelijks onderhoud(Iedere 10-25	Maandelijks onderhoud(Iedere 25-
	u)	40 u)
		Controleer de remvoering van de
Maak de machine uitwendig schoon.	Controleer de starter, het starterkoord	kettingrem op slijtage. Vervang deze
	en de retourveer.	wanneer minder dan 0,6 mm over is op
		de meest versleten plaats.
Controleer of de delen van de	Controleer of de	Controleer het centrum van de
gashendel goed werken.
	trillingsdempingselementen niet	koppeling, de koppelingtrommel en de
(Gashendelvergrendeling en
	beschadigd zijn.	koppelingveer op slijtage.
gashendel.)
Maak de kettingrem schoon en	Verwijder eventuele braam op de	Maak de bougie schoon. Controleer of
controleer de remfunctie. Controleer
	zijkanten van het zaagblad met een	de afstand tussen de elektroden 0,5
de kettingvanger op beschadigingen
	vijl.	mm bedraagt.
en vervang indien nodig.
Het zaagblad moet voor evenwichtig
afslijten dagelijks worden omgekeerd.
Controleer of de smeeropening niet	Maak de carburateurruimte schoon.	Maak de buitenkant van de
verstopt is. Maak de groef schoon. Als		carburateur schoon.
het zaagblad uitgerust is met een
poelie, moet die gesmeerd worden.
Controleer of de ketting en het	Maak het luchtfilter schoon. Vervang	Controleer het brandstoffilter en de
		brandstofleidingen. Vervang indien
zaagblad voldoende olie krijgen.	het indien nodig.
		nodig.
Controleer de zaagketting op zichtbare
barsten in klinken en schakels, of de		Leeg de brandstoftank en maak deze
ketting stijf is en of klinken en schakels
		inwendig schoon.
abnormaal versleten zijn. Vervang
indien nodig.
Slijp de ketting en controleer de
conditie en de spanning. Controleer		Leeg de olietank en maak deze
het kettingwiel op abnormale slijtage,		inwendig schoon.
vervang indien nodig.
Maak de luchtinlaat van de starter		Controleer alle kabels en
schoon.		aansluitingen.
Controleer of de bouten en moeren en
vastgedraaid zijn.
Controleer of de stopschakelaar werkt.
Controleer of er brandstof lekt uit
motor, tank of brandstofleidingen.

1154212-26 Rev.3 2012-02-22 Dutch – 425