NOODOPROEPEN
Als de Noodfunctie in uw transceiver is geprogrammeerd, kunt u noodoproepen doen.
Opmerking: De Noodfunctie kan alleen onder de
1Houdt de toets ingedrukt waaronder de
•De tijdsduur gedurende welke u de
•Wanneer de transceiver de Noodfunctie instelt zal een toon klinken en zal de transceiver overschakelen naar het noodkanaal en beginnen met zenden, afhankelijk van hoe uw transceiver is ingesteld door uw dealer.
•Nadat het zenden klaar is, klinkt een tweede toon. De transceiver zal vanaf dat moment met regelmatige tussenpozen op het noodkanaal zenden, waarbij aan het begin en einde tonen klinken. De duur van de tussenpozen is door uw dealer ingesteld.
2Om de Noodfunctie te verlaten, houdt u nogmaals de Nood- toets ingedrukt.
•Nadat de Noodfunctie het ingestelde aantal cycli heeft doorlopen, zal de Noodfunctie automatisch worden uitgeschakeld en zal de transceiver terugkeren naar het kanaal dat gebruikt werd voordat de Noodfunctie werd ingeschakeld.
Opmerking: Uw dealer kan uw transceiver zodanig instellen dat tijdens het gebruik van de Noodfunctie tonen worden gezonden en signalen worden ontvangen, of de luidspreker wordt onderbroken.