Vinger- (of teen-) sensors aanbrengen

Vingersensors voor volwassenen

Alle vingers behalve de duim, bij patiënten van meer dan 50 kg.

A-Serie: M1191A of M1191AL

Special Edition (SE) A-Serie: M1191ANL

B-Serie:M1191B of M1191BL

bevestiging bij volwassenen afgebeeld

Pediatrische vingersensors

Alle vingers behalve de duim, bij patiënten tussen 15 kg en 50 kg.

A-Serie: M1192A

Special Edition (SE) A-Serie: M1192AN

Vinger- (of teen-) sensors voor baby's

Alle vingers of tenen (behalve de duim) bij patiënten tussen 4 kg en 15 kg. De diameter van de vinger of de teen moet 7-8 mm zijn (0,27 - 0,31")

A-Serie: M1195A, of

Special Edition (SE) A-Serie: M1195AN

Stap

De vinger- (of teen-) sensor aanbrengen

 

 

1

Kies de juiste sensor voor het formaat van de patiënt (hierboven

 

gedefinieerd).

2

Plaats de sensor op de vinger van de patiënt. Let er bij een sensor voor de

 

vinger van een volwassene op dat de sensorkabel OP de vinger/hand wordt

 

geplaatst, zoals hierboven te zien is.

 

 

3

De vingertop van de patiënt moet het uiteinde van de sensor raken, maar

 

mag er niet doorheen steken. Knip de vingernagel als dat nodig is om de

 

sensor goed te kunnen plaatsen.

 

 

4

Maak bij het aanbrengen van een vingersensor voor volwassenen de kabel

 

vast op de RUG VAN DE HAND met een M1627A-polsband (alleen bij

 

vingersensors voor volwassenen geleverd).

5

Sluit de sensor aan op het instrument (of, als dat nodig is, op de

 

adapterkabel).

 

 

6

Controleer de sensorplek regelmatig en breng de sensor regelmatig op een

 

andere plek aan.

 

 

33

Page 35
Image 35
Philips M1193AN, M1194A Vinger- of teen- sensors aanbrengen, Vingersensors voor volwassenen, Pediatrische vingersensors