M E T E R
Zie de laatste pagina.
TOETSEN
SELECT
Voordat u de
ENTER
Bevestig hiermee uw keuze (trainingsmethode of
START
Begin met de door u gekozen training.
SNELHEID (PIJLTOETSEN)
Door op de toets HAAS te drukken kunt u de snelheid van de band te doen toenemen in stappen van 0,1 km/h. De SCHILDPAD - toets dient om de snelheid van de band laten afnemen in stappen van 0,1 km/h. Langer op deze toetsen drukken maakt dat de snelheid sneller verandert. De loopbandsnelheid is van 1,0 tot 16 km/h. Op de gebruikerinstelling kunt u de instellingswaarden veranderen met behulp van de toetsen van de snelheidsregeling. Op de hartslagaangepaste training kunt u het hartslagniveau veranderen met behulp van de toetsen van de snelheidsregeling.
de
LOOPHOEK
Door op de loophoek omhoog
SCAN/HOLD
Om de zes seconden wijzigt de meter de geregistreerde waarden op de display. Als u een van de waarden langere tijd in de gaten wilt houden, moet u op de toets Scan/Hold drukken. Daarmee houdt u de getoonde waarde op de display vast. Als u dan weer de elkaar afwisselende waarden op de display wilt volgen,moet u de vergrendeling vrijgeven door nog eens op de toets Scan/Hold
te drukken.
STOP/PAUSE
U beëindigt de training deer op de
H A N D L E I D I N G • T 5 0
herstarten door het drukken op de
FUNCTIES
Iedere zes seconden wisselt de
TIME (tijd)
Trainingstijd 0:00 - 99:59 met 1 s nauwkeurigheid,
Trainingsafstand
HEART RATE (hartslagmeting)
KCAL (Calorieën)
Calorieverbruik
SPEED (Snelheid)
Snelheid van de mat
Als u de training begint, geeft het display de aanwijzingen in het Engels; zo ook de trainingsgegevens tijdens de training
F I T N E S S T R A I N I N G
OVER UW GEZONDHEID
•Om spierpijn te voorkomen, begin en eindig uw training met enkele rek en strek oefeningen.
OVER DE RUIMTE WAAR U TRAINT
•Zorg ervoor dat de ruimte waar u traint goed geventileerd wordt, maar dat het er niet tocht. Dit voorkomt kouvatten.
•Gebruik de looptrainer alleen binnenshuis. De ideale gebruikstemperatuur is tussen +10°C en +35°C. De luchtvochtigheid mag nooit hoger dan 90 % zijn.
•Plaats de trainer op een zo vlak mogelijke ondergrond, met aan de voorkant en aan de zijkanten minstens 60 cm vrije ruimte en aan de achterkant minstens 100x200 cm.
•Het is beter om de apparatuur op een extra stuk vloerbedekking of rubberen mat te plaatsen. Bij zware transpiratie is de vloer dan ook makkelijker schoon te maken.
N L
33