NEDERLANDS
6.3. DB1 Audio Setup
Audio
Room EQ | In |
Inputs |
|
| |
Presets |
|
Het is handig tijdens de audio setup van de DB1 een audiosignaal te laten spelen.
Kies Audio in het DB1 setup hoofdmenu, waarop bovenstaande display verschijnt.
De vier menu items hebben de volgende functies:
Room EQ
Maakt elke kamercorrectie equalisation mogelijk die door de analyse van de kamereigenschappen met de SubApp™ PC toepassing is vastgesteld. De standaard equalizer curve is recht, wat betekent dat wanneer geen equalizer curve, of een onuitvoerbare curve in de DB1 is geladen, In moet worden gekozen. Kies alleen Out wanneer een eerder geladen curve niet meer van toepassing is omdat de positie van de DB1 in de kamer is gewijzigd. Standaard is In.
Ingangen
Hier kunt u de Sensitivity (gevoeligheid), Gain (versterking) en Polarity (polariteit) van de Mono (symmetrisch en asymmetrisch) en Stereo ingangen configureren. Wanneer slechts één ingang op uw systeem is aangesloten, is het niet nodig beide te configureren.
Instellen Gevoeligheid
Dankzij de gescheiden instelling van Sensitivity en Gain kan de signaal/ruisafstand van de DB1 worden geoptimaliseerd. Stel de Sensitivity eerst in op het aangegeven uitgangsniveau van de bron als aangegeven in onderstaande tabel:
Uitgangsniveau Bron | Gevoeligheid DB1 | |
0,5 | V (of minder) | +6 dB |
1,0 | V | 0 dB |
2,0 | V (of meer) |
Wanneer de LED op het frontpaneel bij luide passages rood knippert, geeft dat een overbelasting aan. In dat geval kiest u één stap gevoeligheid lager en u verhoogt de versterking met 6 dB ter compensatie. De meeste bronapparatuur heeft een uitgangsniveau van 1 V, en dat is de standaard gevoeligheid van 0 dB.
Instellen van de Versterking
De instelling van de versterking (Gain) op de DB1 is voor het in evenwicht brengen van het niveau van de subwoofer met dat van de andere luidsprekers in het systeem. Wanneer de DB1 wordt gebruikt in een home theater systeem dat is verbonden met de LFE uitgang van een audiovisuele processor, wordt de balans tussen de DB1 en de andere luidsprekers ingesteld in de luidspreker configuratie procedure van de processor. In dat geval dient de Gain van de DB1 op 0 dB te worden gezet. De standaard instelling is 0 dB.
Voor een DB1 die wordt ingezet om het laag van conventionele stereo luidsprekers te verbeteren, dient de Gain op het gehoor te worden ingesteld. In die toepassing dient u het Low Pass filter (laagdoorlaat) te configureren om een overlapping van de DB1 met de hoofd luidsprekers te voorkomen. Doe dit voordat u het juiste niveau instelt. Zie de sectie Low Pass verderop.
Het standaard niveau is 0 dB en neem dit ook als uitgangspunt. Wanneer de DB1 speelt, luister dan zorgvuldig naar een verscheidenheid aan programmamateriaal en corrigeer de instelling zonodig. Het is belangrijk naar verschillende muziek te luisteren omdat een instelling van de Gain die bij de ene soort muziek juist lijkt, bij een andere te luid of te zacht zijn kan. Luister op een realistisch niveau, want de balans in de muziek varieert met de geluidssterkte. Het is de bedoeling een instelling van Gain te vinden die correct is voor het meeste materiaal.
Opmerking: denk er aan dat u altijd tijdelijk het volume van de DB1 kunt aanpassen met de Volume Trim functie.
Opmerking: wanneer het moeilijk blijkt te zijn een goede balans in de subwoofer/hoofd luidsprekers te vinden, kan het zinvol zijn het laagdoorlaat filter te corrigeren.
Kiezen van de Polariteit
De Polarity (polariteit) kan onafhankelijk worden gekozen voor elke ingang. In veruit de meeste gevallen kan de polariteit op Normal blijven staan. In sommige gevallen echter wordt de fase in de gebruikte elektronica omgekeerd; in zo’n geval kiest u Inverted (omgekeerd). Standaard is Normal.
70