Aansluiten van het toestel
Aansluiten van het spanningsaansluitpunt
•Gebruik altijd de aanbevolen accu en aarddraad (los verkrijgbaar). Verbind het accudraad direct met de positieve pool (+) van de autoaccu en het aardedraad met het chassis van de auto.
•De aanbevolen maten voor de draden (AWG: American Wire Gauge) zijn als volgt. De accudraad, de aarddraad en de optionele directe aarddraad moeten allemaal dezelfde maat hebben.
Maat voor de accudraad en de aarddraad
Draadlengte | minder dan | |||
1,2 m | ||||
|
|
| ||
Draadmaat | 6 AWG | 6 AWG | 6 AWG | |
|
|
|
| |
|
|
|
| |
2.Verwijder ongeveer
Ineendraaien
3.Sluit de draden aan.
•Voor u de draden met de aansluitingen gaat verbinden, moet u het kapje verwijderen. Doe het kapje weer terug nadat u de draden heeft verbonden met de aansluitingen.
•Zet de draden stevig met de schroeven van de aansluitingen vast.
6 AWG | 4 AWG | 4 AWG | 4 AWG |
|
|
|
|
1.Trek het accudraad van het motorgedeelte naar de cabine van de auto.
•Sluit, nadat alle andere aansluitingen op de versterker zijn gemaakt, het accusnoer- aansluitpunt van de versterker aan op het positieve aansluitpunt (+) van de accu.
Aansluiting voor systeemafstandsbediening
GND
Draad voor systeemafstands- bediening
Aarddraad
Kapje
Aansluitpunt- schroef
Spannings- aansluitpunt
De draad tussen de zekering en de positieve (+) pool van de accu mag maximaal 45 cm lang zijn.
|
|
|
| Motor- | Interieur van | |||||||
|
|
|
| compartiment | het voertuig | |||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| Zekering 100 A |
|
|
|
| |||||
|
|
|
|
|
|
| ||||||
Positieve | Elke versterker | Boor een gat | ||||||||||
aansluiting | moet APART | van 14 mm in | ||||||||||
(+) |
|
| voorzien zijn van | de carrosserie | ||||||||
|
|
| zijn eigen 100 A | van de auto. | ||||||||
|
|
| zekering. |
|
|
|
| |||||
|
|
|
| Steek het rubberen | ||||||||
|
|
|
| doorvoerbuisje in de carrosserie | ||||||||
|
|
|
| van de auto. |
|
|
|
|
Accudraad
WAARSCHUWING
Als de accudraad niet goed wordt bevestigd aan het aansluitpunt met behulp van de schroef, kan het aansluitpunt oververhit raken, hetgeen kan leiden tot schade en letsel, met inbegrip van lichte brandwonden.
7