2 Bediening

2-1 In- en uitschakelen

Schakel het apparaat in en uit via de hulpschakelaar aan boord. Het apparaat heeft geen eigen aan/uit knop. Als de stroom uitgeschakeld wordt blijven al uw instellingen bewaard.

Als het woord SIM flikkert bovenaan het scherm, dan staat het apparaat op de simulatie-instelling (zie sectie 2-4).

2-2 Standaard bediening De toetsen

Het apparaat heeft vier toetsen, met de opdruk

en . In deze handleiding:

Betekent drukken, dat men voor minder dan een seconde op een toets drukt.

Betekent 2 seconden ingedrukt houden dat men de toets voor 2 seconden of langer ingedrukt houdt.

Betekent druk een toets + een andere toets dat men deze toetsen tegelijkertijd indrukt.

Instellen van achtergrondverlichting voor scherm en toetsen

Achtergrondverlichting kan op vier verschillende helderheidsniveaus ingesteld of uitgeschakeld worden (de toetsenverlichting kan niet uitgeschakeld worden). Druk eenmaal op om de huidige lichtsterkte te zien en druk nomaals op om de lichtsterkte te veranderen:

Achtergrond- verlichting niveau 2

Verander het weergegeven item

Als een bepaalde waarde wordt weergegeven als (— —) dan betekent dit dat deze waarde niet beschikbaar is, bijv. dat de ware windwaarden niet beschikbaar zijn omdat de W310 niet op een snelheidsinstrument is aangesloten.

Het bovenste deel van het scherm geeft de windrichting weer en het onderste deel snelheid. Druk eenmaal op om te kiezen uit:

Ware windrichting en -snelheid (alleen beschikbaar als de W310 op een snelheidsinstrument als de S310 of een Northstar GPS is aangesloten).

Schijnbare windrichting en -snelheid.

Naar de wind koersen (zie sectie 5).

Druk een of meerdere keren op om de snelheidwaarde in de onderste helft van het scherm te veranderen (zie sectie 4):

Windsnelheid, schijnbaar en waar.

Maximale schijnbare windsnelheid.

VMG, het onderdeel van de vaarsnelheid parallel aan de wind (alleen beschikbaar als de W310 op een snelheidsinstrument is aangesloten, bv. de S310 of een Northstar GPS).

2-3 Alarmen

De W310 kan zodanig worden ingesteld dat een alarm klinkt wanneer de schijnbare windsnelheid hoger is dan de alarmwaarde (zie sectie 4-3).

Wanneer het alarm en de interne pieper klinken, begint het op het beeldscherm te flikkeren en worden ook externe toeters en lichten in werking gesteld.

Druk op om het alarm uit te schakelen. Het alarm blijft uitgeschakeld totdat de windsnelheid lager wordt dan de alarmwaarde. Het alarm zal weer afgaan wanneer de windsnelheid weer hoger wordt dan de alarmwaarde.

2-4 Simulatie-instelling

De simulatie-instelling biedt u de mogelijkheid om aan wal aan het apparaat te wennen. De W310 werkt als hetzelfde in de simulatie-stand, met uitzondering van de gegevens van het masttop instrument. Deze worden genegeerd en de informatie wordt door het apparaat zelf aangemaakt. Het woord SIM flikkert in de rechterbovenhoek van het scherm.

Om de Simulatie-instelling in of uit te schakelen:

1.Schakelt u de stroom uit.

2.Houdt u ingedrukt terwijl u de stroom weer inschakeld.

Northstar Explorer W310 Installation and Operation Manual

59

Page 57
Image 57
NorthStar Navigation W310 Bediening, In- en uitschakelen, Verander het weergegeven item, Alarmen, Simulatie-instelling