NB: de demping is van invloed op de numerieke windrichting, niet op de wijzer. Stel de demping van de windrichting in naar de laagste waarde welke een stabiele numerieke windrichting geeft. De waarden 1, 2, 3, 4 en 5 geven een gemiddelde over een periode van respectievelijk 6, 12, 18, 24 en 30 seconden.

Om de demping in te stellen:

1.Druk op + om het Windrichting Dempings (Wind Direction Damping) beeldscherm in beeld te krijgen:

Demping is gelijk aan 3

2.Druk op of of de demping te veranderen.

3.Druk op .

4 Windsnelheid, VMG

3-4 Kalibreer winduitlijning

U zult de winduitlijning moeten kalibreren als u van mening bent dat de weergegeven windrichting niet klopt of indien, tijdens bevestiging van de masttoparm, deze niet parallel loopt aan het midden van de boot:

1.U moet weten wat de correcte windrichting is. De beste manier om dit uit te vinden voor een boot met motor is om op maximale snelheid te varen als er geen wind is. De correcte windrichting is dan 0° van voren.

2.Druk verschillende keren op + totdat het Kalibraren Winduitlijnings- (Calibrate Wind Alignment) scherm in beeld komt:

Windrichting is 5º naar stuurboord

3.Druk op of om de weergegeven windrichting naar de juiste waarde te veranderen.

4.Druk op .

De W310 kan een van drie verschillende snelheden weergeven in het onderste deel van het scherm. Druk een of meerdere keren op om te selecteren:

WIND SPEED (windsnelheid): De windsnelheid, de schijnbare of de ware (zie sectie 3).

MAX SPEED (max. snelheid) De maximum schijnbare windsnelheid vanaf het moment dat de MAX SPEED gereset werd of dat het apparaat ingeschakeld werd.

VMG (Velocity Made Good): Deel van de vaarsnelheid dat parallel is aan de wind.

Ware windsnelheid en VMG worden alleen weergegeven wanneer de W310 op een snelheidsinstrument of een Northstar GPS is aangesloten.

4-2 Maximale windsnelheid resetten

Na het resetten wordt een nieuw maximum berekent:

1.Druk op totdat MAX snelheid (speed) wordt weergegeven.

2.Houd + 2 seconden ingedrukt.

4-3 Stel windsnelheidsalarm in

Het windsnelheidsalarm klinkt als het alarm ingeschakeld is en de schijnbare wind een snelheid bereikt die groter of gelijk ik aan de windsnelheidsalarmwaarde. Als het alarm klinkt drukt u op om het uit te zetten.

Om de alarmwaarde in te stellen of het alarm in of uit te schakelen:

4-1 Windsnelheidseenheden instellen

De eenheden voor windsnelheid waaruit u kunt kiezen zijn KNOTS (knopen) of M/S:

Houd ingedrukt totdat de eenheden veranderen.

NB: VMG wordt altijd in knopen weergegeven.

Alarm staat aan

Windsnelhe- idswaarde is 50 knopen

Northstar Explorer W310 Installation and Operation Manual

63

Page 61
Image 61
NorthStar Navigation W310 operation manual Windsnelheid, VMG, Kalibreer winduitlijning, Maximale windsnelheid resetten