Oregon Scientific WMR200 Sensoropstelling Bouwen, Temperatuur- en vochtigheidssensor bevestigen

5.Schuif de temperatuur- en vochtigheidssensor op het kleinere uiteinde van de sensorbevestiging.

SENSOROPSTELLING BOUWEN

Temperatuur- en vochtigheidssensor bevestigen: NL

12

2

1

3

4

12. Schuif de buitensensor op de verticale bevestigingssteun.

15

1.Steekt het kegelvormig uiteinde in de paal.

2.Gebruik 2 schroeven om het stevig vast te zetten.

3.Steek de veelzijdige plastic basis in de paal. Plaats de gaten in de paal over de gaten in de plastic basis.

4.Bevestigde plastic basis, door schroeven in de gaten te steken en ze stevig vast te draaien.

BELANGRIJK Plaats de sensor op een open plek, ongehinderd door bomen en andere obstructies.

5.Hamer de paal (met de kegel onder) op de gewenste plek de grond in, totdat de veelzijdige plastic basis het grondniveau bereikt heeft.

TIP Houd een stuk hout tussen de paal en de hamer om te voorkomen dat de paal beschadigt.

13

14

13.Schuif de aansluiting voor het zonnepaneel op zijn plaats aan de andere kant van de steun. Bevestig het zonnepaneel op zijn plaats.

14.Stel het zonnepaneel bij. Zodra het de juiste richting op wijst, schroeft u het op zijn plaats.

15.Draai de vleugelmoer iets los en stel de hoek bij. Draai de vleugelmoer weer vast, om het zonnepaneel in de gewenste hoek te bevestigen.

NB Voor de beste resultaten richt u het zonnepaneel als volgt:

Richting zonnepaneel:	Als u woont op het:
Noord	Zuidelijk halfrond
Zuid	Noordelijk halfrond

De windsensor bevestigen:

6

7

8

9

16

17

16.Plaats de windvaan in de bevestigingssteun.

17.Schroef de aluminium paal stevig vast.

6.Steek de middenpaal in de onderpaal.

7.Bevestig het stevig met twee schroeven.

8.Steek de bovenpaal in de middenpaal.

9.Bevestig het stevig met twee schroeven.

11

10

10.Schuif de verticale bevestigingssteun bovenop de bovenpaal.

11.Bevestig het stevig met twee schroeven.

BELANGRIJK voor de beste resultaten richt u de windvaan naar het noorden.

20

18

19

18.Trek de buitensensor uit de behuizing. Steek een kabel van het zonnepaneel in de aansluiting.

19.Plaats de sensor terug in de behuizing.

20.Steek de andere kabel van het zonnepaneel in de aansluiting van de windvaan.

Hiermee voorziet u de sensoren van een extra stroomvoorziening.

NB U kunt de kabels van het zonnepaneel gemakkelijk wegbergen. U kunt de kabels ook strakker trekken de spanners.

NB Het zonnepaneel dient ter energiebesparing, en is een milieuvriendelijke

5