NL | oplossing om de sensoren van extra stroom te voorzien, zodat de batterijen langer |
| |
| meegaan. Het kan de batterijen echter niet helemaal vervangen. Sensoren kunnen |
| wel alleen op batterijen lopen. |
| De sensoropstelling vastzetten: |
BELANGRIJK Voor de beste resultaten richt u de windvaan naar het noorden.
9
7
21 |
22 |
8
10
7. | Schuif de aansluiting voor het zonnepaneel op zijn plaats aan de andere kant van |
| de steun. Bevestig het zonnepaneel op zijn plaats. |
8. | Stel het zonnepaneel bij. Zodra het de juiste richting op wijst, schroeft u het op |
| zijn plaats. |
9. | Draai de vleugelmoer iets los en stel de hoek bij. Draai de vleugelmoer weer vast, |
21.Steek de 2 rechthoekige poten door de gaten van de veelzijdige basis en sla ze vast.
22.Knoop het andere uiteinde van de spandraden aan de haringen. Sla elke haring onder een hoek van 90° de grond in.
BELANGRIJK Trek de draden strak met de spanners. Om te spannen, trekt u de spanner omlaag. Om te lossen, laat u de draad slippen door het oog van de spanner.
ALTERNATIEVE OPSTELLING: WINDSENSOR OP EEN
BESTAANDE PAAL
3
1
2
1.Bevestigt de plastic basis aan de bestaande paal met de
2.Steek de horizontale bevestigingssteun in de basis.
3.Bevestig het stevig met een schroef.
6
164
5
4.Steek de windvaan bovenin de steun.
5.Schroef de aluminium paal stevig op zijn plaats.
6.Schuif de buitensensor op de steun.
om het zonnepaneel in de gewenste hoek te bevestigen. |
NB Voor de beste resultaten richt u het zonnepaneel als volgt:
Richting zonnepaneel: | Als u woont op het: |
Noord | Zuidelijk halfrond |
Zuid | Noordelijk halfrond |
10.Trek de buitensensor uit de behuizing. Steek een kabel van het zonnepaneel in de aansluiting. Plaats de sensor terug in de behuizing.
11 |
11. Steek de andere kabel van het zonnepaneel in de aansluiting van de windvaan.
NB U kunt de kabels van het zonnepaneel gemakkelijk wegbergen. U kunt de kabels ook strakker trekken de spanners.
ALTERNATIEVE OPSTELLING:
VOCHTIGHEIDSSENSOR APART BEVESTIGEN
1.Steek 4 type A schroeven in de gaten van de sensor aansluiting. Schroeft stevig vast aan bijvoorbeeld een schutting.
DE REGENMETER OPSTELLEN
De regenmeter vangt neerslag op en meet de neerslaggegevens over een bepaalde periode. De sensor verzendt de gegevens draadloos naar het basisstation.
Plaats het basisstation en de regenmeter binnen bereik van elkaar: ongeveer 100 (328 voet) meter in open ruimte.
De regenmeter moet horizontaal geplaats worden op ongeveer 1 meter (3 voet) van de grond, op een open plek, uit de buurt van bomen en andere obstructies, zodat de neerslag op een natuurlijke manier opgevangen kan worden en de gegevens accuraat zijn.
6