395/285_star2 08.03.2001 13:55 Uhr Seite 32
NL
3.Vasthouden en leiden van de machine (zie figuur 5 )
•pengreep voor precisie-werk (graveren)
•mesgreep voor ruw werk (slijpen)
•golfgreep met 2 handen, ideaal wanneer u het gereedschap parallel aan het werkoppervlak moet worden, b.v. bij het gebruik van een snijschijf
TOEPASSINGSADVIES
•Oefen altijd eerst op een stuk afvalmateriaal om het juiste accessoire en de optimale snelheid te bepalen
•Oefen niet te veel druk uit op de machine; laat de snelheid het werk voor u doen
•Gebruik uitsluitend accessoires die door de fabrikant voor uw model aanbevolen worden.
SNELHEID
Er zijn 2 basistypes rotatiegereedschap: modellen met twee snelheden en modellen met variabele snelheid. Op het model met twee snelheden bevindt zich een LOW en HIGH schakelaar. Wanneer de schakelaar op stand “LOW” staat, werkt het gereed- schap met 15.000 omwentelingen per minuut. Wanneer de schakelaar op stand “HIGH” staat, werkt het gereedschap met circa 33.000 omwentelingen per minuut. Op het model met variabele snelheid bevindt zich een schakelaar met een zwarte streep erop. Schuif deze naar het cijfer op de behuizing om de benodigde werksnelheid van 10.000 – 33.000 omwentelingen per minuut te selecteren. U kunt de tabellen op pagina 4, 5, 6 en 7 raadplegen, om de juiste snelheid te bepalen op basis van het materiaal dat bewerkt wordt, en het soort frees of accessoire dat gebruikt wordt. Deze tabellen stellen u in staat, zowel de juiste accessoire als de optimale snelheid in één oogopslag te selecteren.
De instellingen voor bij benadering aangegeven omwentelingen per minuut voor rotatiegereedschap met variabele snelheid model 395.
Schakelaarinstelling | Snelheidsbereik |
1-2 | 10,000 - 14,000 RPM |
3-4 | 15,000 - 19,000 RPM |
5-6 | 20,000 - 24,000 RPM |
7-8 | 25,000 - 29,000 RPM |
9-10 | 30,000 - 33,000 RPM |
De snelheid van het rotatie- gereeschap wordt geregeld door deze schakelaar op de behuizing in te stellen
Enkele vuistregels met betrekking tot snelheid:
1.Plastic en materialen die smelten bij lage temperaturen moeten gesneden worden op lage snelheid.
2.Polijsten, slijpen en reinigen met een draadborstel moeten uitgevoerd worden op een snelheid lager dan 15.000 omw/min, om beschadiging van de borstel te voorkomen.
3.Hout moet gesneden worden op hoge snelheid.
4.Ijzer en staal moet gesneden worden op topsnelheid bij het gebruik van hardmetalen accessoires, echter op een lagere snelheid bij het gebruik van stalen HS-frezen. Als een stalen HS-frees begint te ratelen, betekent dit meestal dat deze te langzaam loopt.
5.Aluminium, koperlegeringen, loodlegeringen, zinklegeringen en tin kunnen op diverse snelheid gesneden worden, afhankelijk van het soort snijwerk dat verricht wordt. Gebruik paraffine of een ander geschikt smeermiddel op de frees, om te voorkomen dat snijmateriaal vast blijft zitten op de freestanden.
Als hulpmiddel voor het bepalen van de optimale werksnelheid voor diverse materialen en diverse accessoires hebben wij voor u een reeks tabellen opgesteld, die u kunt vinden in figuur 6 . Door in deze tabellen te kijken kunt u de aanbevolen snelheden voor ieder soort accessoire vinden. Bekijk deze tabellen en maak u vertrouwd hiermee.
Uiteindelijk is de beste manier, om de juiste werksnelheid voor ieder materiaal te bepalen, gedurende een paar minuten testen op een stuk afvalmateriaal, zelfs nadat u in de tabellen gekeken heeft. U komt er snel achter, dat een lagere of hogere snelheid beter is door gewoon te kijken wat er gebeurt, als u een tweetal bewerkingen uitvoert met verschillende snelheden. Wanneer u bijvoorbeeld met plastic werkt, begin dan met een lage snelheid en verhoog de snelheid totdat u merkt dat het plastic begint te smelten op het moment van contact. Verlaag de snelheid dan iets om de optimale werksnelheid te verkrijgen.
De druk op het gereedschap verhogen is niet de oplossing, wanneer u van mening bent dat het niet naar behoren snijdt. Misschien moet u een andere frees gebruiken, en misschien is een aanpassing van de snelheid de oplossing voor het probleem. Maar leunen op het gereedschap is zelden de oplossing.
ONDERHOUD/REPARATIE
•Houd machine en snoer schoon (sommige reinigings- en oplosmiddelen kunnen kunststof onderdelen aantasten; deze producten bevatten o.a. benzeen, trichloroethyleen, chloride, amonia)
•Buitensporig vonken wijst meestal op versleten koolborstels; breng uw gereedschap dan naar een erkende werkplaats.
•In geval van een elektrisch of mechanisch defect, de machine voor reparatie aanbieden bij één van de DREMEL Service-Stations (een adressenlijst vindt u op de bijgeleverde onderdelen-tekening)
32