39
nl
Inzetgereedschappen met schroefdraadinzetstuk moeten
nauwkeurig op de schroefdraad van de uitgaande as pas-
sen. De gatdiameter van een met een flens gemonteerd
inzetgereedschap moet passen bij de opnamediameter
van de flens. Inzetgereedschappen die niet nauwkeurig
op het elektrische gereedschap bevestigd worden,
draaien ongelijkmatig, trillen sterk en kunnen tot verlies
van de controle leiden.
Gebruik geen beschadigde inzetgereedschappen. Contro-
leer voor het gebruik altijd inzetgereedschappen zoals
slijpschijven op afsplinteringen en scheuren, steunschij-
ven op scheuren of sterke slijtage en draadborstels op
losse of gebroken draden. Als het elektrische gereed-
schap of het inzetgereedschap valt, dient u te controleren
of het beschadigd is, of gebruik een onbeschadigd inzet-
gereedschap. Als u het inzetgereedschap hebt gecontro-
leerd en ingezet, laat u het elektrische gereedschap een
minuut lang met het maximale toerental lopen. Daarbij
dient u en dienen andere personen uit de buurt van het
ronddraaiende inzetgereedschap te blijven. Beschadigde
inzetgereedschappen breken meestal gedurende deze
testtijd.
Draag persoonlijke beschermende uitrusting. Gebruik
afhankelijk van de toepassing een volledige gezichtsbe-
scherming, oogbescherming of veiligheidsbril. Draag voor
zover van toepassing een stofmasker, een gehoorbe-
scherming, werkhandschoenen of een speciaal schort
dat kleine slijp- en materiaaldeeltjes tegenhoudt. Uw
ogen moeten worden beschermd tegen wegvliegende
deeltjes die bij verschillende toepassingen ontstaan. Een
stof- of adembeschermingsmasker moet het bij de toe-
passing ontstaande stof filteren. Als u lang wordt blootge-
steld aan luid lawaai, kan uw gehoor worden beschadigd.
Let erop dat andere personen zich op een veilige afstand
bevinden van de plaats waar u werkt. Iedereen die de
werkomgeving betreedt, moet persoonlijke bescher-
mende uitrusting dragen. Brokstukken van het werkstuk
of gebroken inzetgereedschappen kunnen wegvliegen en
verwondingen veroorzaken, ook buiten de directe wer-
komgeving.
Houd het gereedschap alleen aan de geïsoleerde greep-
vlakken vast als u werkzaamheden uitvoert waarbij het
inzetgereedschap verborgen stroomleidingen of de eigen
stroomkabel kan raken. Contact met een onder spanning
staande leiding kan ook metalen delen van het gereed-
schap onder spanning zetten en tot een elektrische schok
leiden.
Houd de stroomkabel uit de buurt van draaiende inzetge-
reedschappen. Als u de controle over het elektrische
gereedschap verliest, kan de stroomkabel worden door-
gesneden of meegenomen en uw hand of arm kan in het
ronddraaiende inzetgereedschap terechtkomen.
Leg het elektrische gereedschap nooit neer voordat het
inzetgereedschap volledig tot stilstand is gekomen. Het
draaiende inzetgereedschap kan in contact komen met
het oppervlak, waardoor u de controle over het elektri-
sche gereedschap kunt verliezen.
Laat het elektrische gereedschap niet lopen terwijl u het
draagt. Uw kleding kan door toevallig contact met het
draaiende inzetgereedschap worden meegenomen en het
inzetgereedschap kan zich in uw lichaam boren.
Reinig regelmatig de ventilatieopeningen van het elektri-
sche gereedschap. De motorventilator trekt stof in het
huis en een sterke ophoping van metaalstof kan elektri-
sche gevaren veroorzaken.
Gebruik het elektrische gereedschap niet in de buurt van
brandbare materialen. Vonken kunnen deze materialen
ontsteken.
Gebruik geen inzetgereedschappen waarvoor vloeibare
koelmiddelen vereist zijn. Het gebruik van water of
andere vloeibare koelmiddelen kan tot een elektrische
schok leiden.
Terugslag en bijbehorende waarschuwingen
Terugslag is de plotselinge reactie als gevolg van een vast-
hakend of geblokkeerd draaiend inzetgereedschap, zoals
een slijpschijf, steunschijf, draadborstel, enz. Vasthaken of
blokkeren leidt tot abrupte stilstand van het rond-
draaiende inzetgereedschap. Daardoor wordt een onge-
controleerd elektrisch gereedschap tegen de draairichting
van het inzetgereedschap versneld op de plaats van de
blokkering.
Als bijvoorbeeld een slijpschijf in het werkstuk vasthaakt
of blokkeert, kan de rand van de slijpschijf die in het
werkstuk invalt, zich vastgrijpen. Daardoor kan de slijp-
schijf uitbreken of een terugslag veroorzaken. De slijp-
schijf beweegt zich vervolgens naar de bediener toe of
van de bediener weg, afhankelijk van de draairichting van
de schijf op de plaats van de blokkering. Hierbij kunnen
slijpschijven ook breken.
Een terugslag is het gevolg van het verkeerd gebruik of
onjuiste gebruiksomstandigheden van het elektrische
gereedschap. Terugslag kan worden voorkomen door
geschikte voorzorgsmaatregelen, zoals hieronder
beschreven.
Houd het elektrische gereedschap goed vast en breng uw
lichaam en uw armen in een positie waarin u de terug-
slagkrachten kunt opvangen. Gebruik altijd de extra
handgreep, indien aanwezig, om de grootst mogelijke
controle te hebben over terugslagkrachten of reactiemo-
menten bij het op toeren komen. De bediener kan door
geschikte voorzorgsmaatregelen de terugslag- en reactie-
krachten beheersen.
Breng uw hand nooit in de buurt van draaiende inzetge-
reedschappen. Het inzetgereedschap kan bij de terugslag
over uw hand bewegen.
Mijd met uw lichaam het gebied waarheen het elektri-
sche gereedschap bij een terugslag wordt bewogen. De
terugslag drijft het elektrische gereedschap in de richting
die tegengesteld is aan de beweging van de slijpschijf op
de plaats van de blokkering.
Werk bijzonder voorzichtig in de buurt van hoeken,
scherpe randen, enz. Voorkom dat inzetgereedschappen
van het werkstuk terugspringen en vastklemmen. Het
ronddraaiende inzetgereedschap neigt er bij hoeken,
scherpe randen of wanneer het terugspringt toe om zich
vast te klemmen. Dit veroorzaakt een controleverlies of
terugslag.
Gebruik geen kettingblad of getand zaagblad. Zulke
inzetgereedschappen veroorzaken vaak een terugslag of
het verlies van de controle over het elektrische gereed-
schap.
OBJ_BUCH-0000000123-003.book Page 39 Tuesday, January 28, 2014 3:05 PM