Objectieven zonder CPU
Wanneer een objectief zonder CPU is bevestigd, wordt automatisch belichtingsstand A (diafragmavoorkeuze) geselecteerd. De belichtingsstandindicator (S) in het
Overschakelen van handmatig op sluitertijdvoorkeuze
Als u in de handmatige belichtingsstand een sluitertijd vanselecteert en vervolgens
sluitertijdvoorkeuze kiest zonder de sluitertijd te wijzigen, dan knippert het symbool in de sluitertijdindicator en kan er geen opname worden gemaakt. Draai voordat u afdrukt de hoofdinstelschijf rond om een andere sluitertijd te selecteren.
Waarschuwing belichting
Als de camera niet in staat is bij de geselecteerde sluitertijd de juiste belichting in te stellen, toont de elektronische analoge belichtingsindicator (93) in de zoeker de hoeveelheid onder- of overbelichting en toont de
Symbool | Betekenis |
Onderwerp te licht. Gebruik een kortere sluitertijd, een lagere gevoeligheid
Onderwerp te donker. Gebruik een langere sluitertijd, een hogere gevoelig- heid
Sluitertijdvergrendeling
De sluitertijd kan op de geselecteerde instelling worden vergrendeld ( 94).
b3—EV Step ( 184)
Met behulp van deze optie kunt u bepalen of de sluitertijd en het diafragma worden gewij- zigd in stappen van 1/3 LW (de standaardinstelling), ½ LW of 1 LW.
d4—Long Exp. NR ( 190)
Om de hoeveelheid ruis bij sluitertijden van circa ½ sec. of langer te verminderen, kunt u On selecteren bij Persoonlijke Instelling d4. Het duurt dan echter langer om beelden te verwer- ken voordat ze op de geheugenkaart kunnen worden opgeslagen.
f5—Command Dials > Change Main/Sub ( 202)
Met behulp van deze optie kunt u de functies van de instelschijven omwisselen, zodat de secundaire instelschijf de sluitertijd regelt en de hoofdinstelschijf het diafragma.
Foto’s maken—Belichting
89