Stand Symbool | Beschrijving | |
| De camera selecteert automatisch het scherpstelveld met het onder- | |
Dyna- | werp dat zich het dichtst bij de camera bevindt. Hierdoor worden | |
onscherpe foto’s voorkomen bij het fotograferen van grillig bewe- | ||
mische | ||
gende onderwerpen. U kunt het scherpstelveld niet handmatig | ||
AF met | ||
selecteren en de scherpstelvelden worden niet in de zoeker of het | ||
prioriteit | ||
dichtst- | ||
gebruikt, of wanneer uw onderwerp slecht verlicht is, kan het zijn | ||
bijzijnde | ||
dat de camera niet in staat is het scherpstelveld met het dichtstbij- | ||
onder- | ||
zijnde onderwerp te selecteren. In dat geval wordt aanbevolen om | ||
werp | ||
|
Handmatige scherpstelling
Bij handmatige scherpstelling wordt automatisch
LCD-venster bovenop camera
In de standen
a1 — AF-C Mode Priority(176)
In scherpstelstand C (continue autofocus) kunt u ook foto’s maken wanneer de camera niet scherpgesteld staat (prioriteit ontspanner). Om te zorgen dat de camera scherpgesteld staat wanneer u een foto maakt dient u Focus bij Persoonlijke Instelling a1
a2 — AF-S Mode Priority(176)
In scherpstelstand S (enkelvoudige autofocus) kunt u alleen foto’s maken wanneer de ca- mera scherpgesteld staat (prioriteit scherpstelling). Om foto’s te kunnen maken ongeacht of de camera scherpgesteld staat dient u Release bij Persoonlijke Instelling a2
a3 — Group Dynamic AF (177)
Deze optie regelt hoe de scherpstelvelden gegroepeerd worden in de stand groep dynami- sche AF en of de camera het onderwerp in het middelste scherpstelveld van de geselecteerde groep volgt.
a4 — Disable Lock-On (179)
Deze optie regelt of de camera meteen de scherpstelling bijstelt om een onderwerp te blijven volgen indien de afstand tot het onderwerp drastisch verandert.
Foto’s maken—Scherpstelling
77