Foto’s maken—Belichting
4 Bepaal de compositie van uw foto, stel scherp en druk af. Elke opname wordt bewerkt om het aantal foto’s te creëren dat u in het bracketingprogramma heeft opgegeven en elk beeld heeft een andere witbalans. Wijzigingen in de witbalans worden toegevoegd aan de witbalanscorrectie die u heeft ingesteld bij het nauw- keurig afstellen van de witbalans ( 54).
Om bracketing uit te zetten dient u de knop in te drukken en de hoofdinstel- schijf rond te draaien tot het aantal opnamen in de bracketingreeks op nul staat en de bracketingindicators niet langer in de
Witbalansbracketing
U kunt witbalansbracketing niet gebruiken bij een witbalansinstelling van | (Choose color | |
temp.) of | (preset), of bij een beeldkwaliteit van NEF (Raw), NEF+JPEG Fine, NEF+JPEG |
Normal of NEF+JPEG Basic. Wanneer u één van deze opties selecteert wordt de witbalans- bracketing uitgezet.
Opnamestand
In de
Uitschakelen van de camera
Wordt de camera uitgeschakeld voordat alle foto’s in een
e8—Auto BKT Selection ( 198)
Indien gewenst kunt u de hoofdinstelschijf gebruiken om bracketing aan en uit te zetten en de secundaire instelschijf om zowel het aantal opnamen als de ophoogwaarde voor witba- lans te selecteren.