Foto’s maken—Flitsfotografie

FV-vergrendeling

Deze functie dient om de flitsintensiteit te vergrendelen, zodat u de compositie van uw foto kunt wijzigen zonder de flitsintensiteit te veranderen. Zo kunt u zorgen dat de flitsintensiteit is afgestemd op het onderwerp, zelfs wanneer het onderwerp zich niet in het midden van het beeld bevindt. De flitsintensiteit wordt automatisch bijgesteld bij wijzigingen in de gevoeligheid (ISO-equivalent), het diafragma en de zoomkoppositie van de flitser. FV-vergrendeling kan worden gebruikt bij i-TTL en automatisch diafragma flitssturing, Advanced Wireless Lighting en automatische FP high-speed synchronisatie.

Zo gebruikt u FV-vergrendeling:

1 Selecteer FV Lock of FV Lock/Lens data bij Persoonlijke Instelling f4 (FUNC. but- ton; 201).

2 Bevestig een SB-800 Speedlight flitser op het accessoireschoentje van de camera.

3 Zet de SB-800 aan en zet de flitsstand op TTL of AA (zie de handleiding bij de SB- 800 voor meer informatie).

4 Richt de camera zo dat het onderwerp zich in het midden van het beeld bevindt en druk de ontspan- knop half in om scherp te stellen.

5 Druk op de FUNC. knop op de camera. De SB-800 ontsteekt een monitor voorflits om de juiste flitsin- tensiteit te bepalen. De flitsintensiteit wordt op dit niveau vergrendeld en de pictogrammen voor FV-

vergrendeling ( en ) verschijnen in het LCD-venster en de zoeker.

6 Bepaal de compositie van uw foto opnieuw en druk de ontspanknop helemaal in om een opname te maken. Indien gewenst kunt u meerdere foto’s maken zonder de FV te ontgrendelen.

7 Druk op de FUNC. knop op de camera om de FV te ontgrendelen en controleer of de pictogrammen voor FV-vergrendeling niet langer in het LCD-venster en de zoeker worden getoond.

108

Page 120
Image 120
Nikon D2H manual 108, FV-vergrendeling