Foto’s maken—Flitsfotografie
FV-vergrendeling
Deze functie dient om de flitsintensiteit te vergrendelen, zodat u de compositie van uw foto kunt wijzigen zonder de flitsintensiteit te veranderen. Zo kunt u zorgen dat de flitsintensiteit is afgestemd op het onderwerp, zelfs wanneer het onderwerp zich niet in het midden van het beeld bevindt. De flitsintensiteit wordt automatisch bijgesteld bij wijzigingen in de gevoeligheid
Zo gebruikt u
1 Selecteer FV Lock of FV Lock/Lens data bij Persoonlijke Instelling f4 (FUNC. but- ton; 201).
2 Bevestig een
3 Zet de
4 Richt de camera zo dat het onderwerp zich in het midden van het beeld bevindt en druk de ontspan- knop half in om scherp te stellen.
5 Druk op de FUNC. knop op de camera. De
vergrendeling ( en ) verschijnen in het
6 Bepaal de compositie van uw foto opnieuw en druk de ontspanknop helemaal in om een opname te maken. Indien gewenst kunt u meerdere foto’s maken zonder de FV te ontgrendelen.
7 Druk op de FUNC. knop op de camera om de FV te ontgrendelen en controleer of de pictogrammen voor