
Persoonlijke Instelling e6: Manual Mode Bkting
Deze optie regelt welke instellingen worden gevarieerd |
|
| CSM MENU |
| ||
wanneer u in de handmatige belichtingsstand AE & | e6 | Auto bracketing in |
| |||
|
| M exposure mode |
| |||
flash of AE only heeft geselecteerd | bij Persoonlijke |
|
|
| ||
|
|
|
| |||
Instelling e5. Markeer e6 Manual mode bkting in het |
|
| Flash/speed | OK | ||
|
| Flash/speed/aperture | ||||
tweede niveau van het | 172) en duw |
|
| |||
|
| Flash/aperture |
| |||
de |
|
|
| |||
|
| Flash only |
| |||
omhoog of omlaag om een optie te markeren en vervol- |
|
|
| |||
|
|
|
| |||
gens naar rechts om de optie te selecteren. |
|
|
|
| ||
Optie |
| Beschrijving |
|
|
|
|
Flash/speed | De camera varieert de sluitertijd (Persoonlijke Instelling e5 staat op AE only ingesteld) | |||||
(standaard) | of sluitertijd en flitsniveau (Persoonlijke Instelling e5 staat op AE & flash ingesteld). |
Flash/ | De camera varieert sluitertijd en diafragma (Persoonlijke Instelling e5 staat |
speed/ | op AE only ingesteld) of sluitertijd, diafragma en flitsniveau (Persoonlijke |
aperture | Instelling e5 staat op AE & flash ingesteld). |
Flash/ | De camera varieert diafragma (Persoonlijke Instelling e5 staat op AE only ingesteld) of |
aperture | diafragma en flitsniveau (Persoonlijke Instelling e5 staat op AE & flash ingesteld). |
Flash only | De camera varieert alleen het flitsniveau (Persoonlijke Instelling e5 staat op |
AE & flash ingesteld). |
•Indien er geen flitser is bevestigd terwijl Persoonlijke Instelling b1 (ISO auto) staat ingesteld, dan zal de camera alleen de gevoeligheid variëren, ongeacht de geselecteerde instelling.
•Flitsbracketing wordt alleen toegepast met
Persoonlijke Instelling e7: Auto BKT Order
Menugids—Persoonlijke instellingen
Deze optie regelt de volgorde waarin bracketing wordt uitgevoerd. Markeer e7 Auto BKT order in het tweede niveau van het 172) en duw de multi- selector naar rechts. Duw de
CSM MENU
e7 Auto bracketing order
MTR > Under > OverOK
Under > MTR > Over
Optie |
|
| Beschrijving |
MTR>Under>Over | Bracketing wordt uitgevoerd in de volgorde beschreven bij “Brac- | ||
(standaard) | keting” ( |
| 98). |
Bracketing begint met de negatieve waarden en loopt op naar de Under>MTR>Over positieve waarden.