5

Stap 5—Controleer de belichting

In belichtingsstand P (geprogrammeerd automatisch) stelt de camera automatisch de sluitertijd en het di- afragma in wanneer u de ontspanknop half indrukt. Controleer de sluitertijd- en de diafragma-indicator in de zoeker voordat u een foto maakt. Als de foto bij de huidige instellingen onder- of overbelicht zou worden, dan toont de sluitertijd- of de diafragma-indicator één van de symbolen in de onderstaande tabel.

Indicator

Betekenis

Foto wordt overbelicht. Gebruik een grijsfilter. Gebruik een optioneel grijsfilter.

Foto wordt onderbelicht. Kies een hogere gevoeligheid ( 48–50) of gebruik een optionele flitser ( 106).

Instructies—Eenvoudig fotograferen

Sluitertijd en cameratrilling

Om onscherpe foto’s veroorzaakt door cameratrilling te voorkomen, dient de sluitertijd sneller te zijn dan de omgekeerde waarde van de brandpuntsafstand in seconden (als het objectief bijvoorbeeld een brandpuntsafstand van 50 mm heeft, dan dient de sluitertijd snel-

ler dan

1

sec. te zijn). Bij lange sluitertijden wordt aanbevolen een statief te gebruiken.

/60

Om onscherpe foto’s te voorkomen kunt u de gevoeligheid verhogen (

 

48–50) of een

VR-objectief gebruiken. Om onscherpe foto’s te voorkomen bij een sluitertijd van

1

/60 sec. of

trager kunt u een optionele flitser (

 

106) gebruiken.

 

33

Page 45
Image 45
Nikon D2H manual Stap 5-Controleer de belichting, Indicator, Sluitertijd en cameratrilling