De AF-ON knoppen
Om de camera scherp te stellen kunt u zowel één van de twee
Anticiperende meevolgende scherpstelling (Focus Tracking)
Als het autofocussysteem van de camera signaleert dat het onderwerp zich beweegt terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt, dan wordt automatisch de anticiperende meevolgende scherpstelling geactiveerd. Als het onderwerp zich naar de camera toe of van de camera af beweegt, volgt de camera de scherpstelling en probeert te voorspellen waar het onderwerp zich zal bevinden op het moment dat de sluiter wordt ontspannen. Bij enkelvoudige AF activeert de camera de anticiperende meevolgende scherpstelling als het onderwerp zich bewoog toen de ontspanknop half werd ingedrukt. De scherpstelling wordt vergrendeld zodra het onderwerp stil staat. In de continue AF stand activeert de camera ook de anticiperende meevolgende scherpstelling als het onderwerp zich beweegt nadat de ontspanknop half is ingedrukt, maar nu wordt de scherpstelling niet vergrendeld wanneer het onderwerp stil staat.
De anticiperende meevolgende scherpstelling kan niet worden gebruikt in de handmatige scherpstelstand.
a1—AF-C Mode Priority ( 176)
Wanneer Focus geselecteerd is bij Persoonlijke Instelling a1
a2—AF-S Mode Priority ( 176)
Wanneer Release geselecteerd is bij Persoonlijke Instelling a2
a5—AF Activation ( 179)
Wanneer
a8—Vertical AF-ON ( 182)
Persoonlijke Instelling a8 (Vertical
Foto’s maken—Scherpstelling
73