Scherpstelling
Regelen hoe de camera scherpstelt
In dit gedeelte worden de opties besproken waarmee u regelt hoe uw camera scherp- stelt: scherpstelstand, selectie scherpstelveld en
Foto’s
Scherpstelstand
De scherpstelstand wordt ingesteld door middel van de selectieknop voorop de camera. U kunt kiezen uit twee autofocus (AF) standen, waarbij de camera automatisch scherpstelt als u de ontspanknop half indrukt, en één handmatige stand, waarbij u de scherpstelling handmatig instelt met behulp van de scherpstelring op het objectief:
Stand
S
Enkelvou-
dige-AF
C
Continue AF
M
Handmatig
Beschrijving
De camera stelt scherp wanneer u de ontspanknop half indrukt. De scherp- stelling wordt vergrendeld wanneer de scherpstelindicator (●) in de zoeker verschijnt, en blijft vergrendeld tot u uw vinger van de ontspanknop neemt (scherpstelvergrendeling). Er kan alleen een foto worden gemaakt als de scherpstelindicator wordt getoond (scherpteprioriteit). Als uw onderwerp bewoog toen u de ontspanknop half indrukte, dan volgt de camera het onderwerp tot hij scherpgesteld staat en een opname kan worden ge- maakt (anticiperende meevolgende scherpstelling (Focus Tracking); 73). Als het onderwerp stil staat voordat de sluiter ontspant, verschijnt de scherpstelindicator in de zoeker en wordt de scherpstelling op deze afstand vergrendeld.
De camera stelt continu scherp zolang u de ontspanknop half indrukt. Als uw onderwerp beweegt, wordt de scherpstelling gecorrigeerd (an-
ticiperende meevolgende scherpstelling (Focus Tracking; 73). Er kan een foto worden gemaakt ongeacht of de camera scherpgesteld staat (ontspanprioriteit).
De camera stelt niet automatisch scherp; u dient handmatig scherp te stellen met de scherpstelring op het objectief. Als het objectief een maxi- mum diafragma van f/5.6 of sneller heeft, kunt u de scherpstelindicator in de zoeker gebruiken om de scherpstelling te controleren (elektronische afstandsmeter), maar er kan een foto worden gemaakt ongeacht of de camera scherpgesteld staat.
Bij enkelvoudige AF bent u verzekerd van een scherp beeld. Bij onderwerpen die zich grillig bewegen kunt u wellicht beter continue AF gebruiken. Wanneer de camera niet in staat is automatisch scherp te stellen, is het aan te bevelen handmatig scherp te stellen.
72