Synchroon-omkerende kopieerfunctie (van TAPE I naar TAPE II)

 

 

4

 

3

 

5

 

 

3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

21 1

Als bij gebruik van deze functie een van de cassettes het bandeinde van de voorkant bereikt, pauzeert daar de werking totdat ook de andere cassette het eind van de voorkant bereikt. Vervolgens verandert bij beide cassettes de bandloop van richting en dan beginnen het afspelen en opnemen van de achterkant bij beide cassettes precies tegelijk.

Als de cassette in TAPE I korter is dan die in het TAPE II opnamedeck:

1.Wanneer bij TAPE I het einde van kant “A” bereikt wordt, stopt TAPE I en dan komt TAPE II in de “stilte-opname” stand.

2.Wanneer daarna ook TAPE II het eind bereikt, veranderen TAPE I en ll allebei tegelijk van richting. TAPE l begint dan de achterkant af te spelen en bij TAPE II wordt het opnemen hervat.

3.Wanneer bij TAPE I het einde van kant “B” bereikt wordt, stoppen de TAPE I en ll decks beide tegelijk.

Als de cassette in TAPE I langer is dan die in het TAPE II opnamedeck:

1.Wanneer bij TAPE II het einde van kant “A” bereikt wordt, komt het TAPE Il deck in de opnamepauzestand, terwijl TAPE I gewoon doorgaat met afspelen.

2.Wanneer daarna ook TAPE I het eind bereikt, schakelt TAPE I over op weergave van de achterkant en begint TAPE II met opnemen aan de achterkant.

3.Wanneer bij TAPE II het einde van kant “B” bereikt wordt, stoppen de TAPE I en ll decks beide tegelijk.

1Plaats een voorbespeelde cassette om te kopiëren in het TAPE I deck en een voor opnemen geschikte cassette in het TAPE II deck.

2Zet de REV MODE omkeerfunctieschakelaar in de tweerichtingsstand (j).

3Controleer de bandlooprichting bij beide decks.

Als de achterkant-richtingsaanduiding (h) oplicht in het uitleesvenster, drukt u eerst op de PAUSE toets en dan op de voorkant-weergavetoets (y). Druk daarna altijd even op de stoptoets (H) om de pauzestand uit te schakelen.

<Zorg dat u niet op de weergavetoets drukt waarvan de pijl in dezelfde richting wijst als de aanduiding. In dat geval zal namelijk het opnemen beginnen.

<U hoeft in dit geval het opnameniveau of de Dolby ruisonderdrukking niet in te stellen, aangezien beide ongewijzigd zullen worden overgenomen van de voorbespeelde op de nieuwe cassette.

142