h a n d l e i d i n g • E 2 5
MONITOR
KNOPPEN
1. KEUZEWIEL
U kunt het keuzewiel op twee manieren gebruiken:
A)Draaien aan het wiel
B)Het wiel indrukken (ENTER). Door het wiel in te drukken, kunt u de keuze bevestigen die u eerder hebt gemaakt door aan het wiel te draaien.
2. START/STOP
Hiermee wordt de training gestart, gepauzeerd en beëindigd. Tijdens de training kunt u, door één keer op deze knop te drukken, de
3. Reset
Eén keer kort indrukken: hiermee keert u terug naar
het programmamenu. Lang indrukken: hiermee wordt de meter opnieuw gestart.
4. RECOVERY
Berekent de index van uw herstelhartslag.
5. Body Fat
Berekent uw ‘body mass index’ (BMI) en laat het percentage lichaamsvet zien.
BEELDSCHERM
Tijd (mm:ss), snelheid (km/u of ml/u), RPM (omwentelingen per min.), afstand (km of ml), energieverbruik (kcal), vermogen (W) en hartslag (slagen per minuut) worden getoond.
PROGRAMMA’S
1.MANUAL PROGRAMMA
Stel een streeftijd en/of
door middel van het KEUZEWIEL.
Start de training door de
Als u streefdoelen/streefdoelen heeft ingesteld, dan zullen die streefdoelen/streefdoelen beginnen met aftellen. De weerstand kunt u instellen met het
KEUZEWIEL.
2. VOORGEPROGRAMMEERDE PROGRAMMA’S
Het profiel van het voorgeprogrammeerde programma wordt gedurende twee seconden getoond terwijl u door de programma’s bladert. Selecteer het gewenste voorgeprogrammeerde programma met behulp van het KEUZEWIEL. Stel een trainingstijd en/of streefafstand en/of
Start de training door de
Als u streefdoelen/streefdoelen heeft ingesteld, dan zullen die streefdoelen/streefdoelen beginnen met aftellen. Tijdens de training kunt u de weerstand aanpassen door gebruik te maken van het
KEUZEWIEL.
3. USER PROGRAMMA
Het programmaprofiel dat als laatste is gebruikt, verschijnt in beeld. U kunt beginnen met trainen volgens uw persoonlijke trainingsstreefdoelen die in het geheugen zijn opgeslagen (door de START/
Als u het programma wilt aanpassen, pas dan de instellingen in de knipperende balk aan en bevestig uw keuze. Vervolgens gaat de volgende balk knipperen. Na de laatste balk verschijnt de eerste balk weer op het scherm. Door 2 seconden lang de
KEUZEWIEL.
4. TARGET HR
Kies één van de vier verschillende trainingsintensiteiten (55%, 75%, 90% of TARGET). Als u TARGET kiest, dan kunt u een streefdoel voor uw hartslag invoeren.
Start de training door de
Tijdens de training zal de apparatuur automatisch de weerstand aanpassen, zodat uw streefdoel kan worden bereikt en vastgehouden.
5. CONSTANT WATT
Stel een streefdoel in voor het vermogen in watt en een streeftijd en/of
32