|
|
| O | n | d | e | rh | o | u | d | / | Pr | o | b | l e m | e | n | O | p | l o s s | e | n |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| N e d e r l a n d s | 41 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
lFles met opening naar beneden.
lVlotter en vlottergeleider rechtop met het grote uiteinde omlaag.
lDe pakking en de sluitring kunnen vóór het autoclaveren in een afsluitbaar zakje worden gedaan. Autoclaveer gedurende 3 tot 5 minuten bij 132 ºC.
In plaats van sterilisatie via autoclaveren kunnen de bovenstaande onderdelen ook worden ondergedompeld in een oplossing van geactiveerd dialdehyde.
Uitzuigeenheid
1.Zet de
2.Veeg de behuizing van de verzamelfles af met een schone doek en een in de handel verkrijgbaar desinfecterend, bacterie- of kiemdodend middel.
VOORZICHTIG– Dompel het apparaat niet onder in water om schade aan de vacuümpomp te voorkomen.
Slangen:
1.Koppel de slangen los van het apparaat.
2.De slangen moeten na elk gebruik zorgvuldig worden uitgespoeld met warm water uit de kraan, gevolgd door een oplossing van één deel azijn op drie delen warm water.
3.Spoel de slangen schoon met warm water uit de kraan en laat deze drogen.
4.Houd de buitenkant van de slangen schoon door deze af te vegen met een schone, vochtige doek.
Draagkoffer:
1. Veeg de koffer af met een schone doek die is bevochtigd met een schoonmaakmiddel en/of desinfecterend middel.
ONDERHOUD
Controleer de afzuigslang en verzamelfles vóór elk gebruik op lekken, scheuren, enz.
GEVAAR
Er bestaat een risico van elektrische schokken. Probeer niet de behuizing te openen of te verwijderen. Er bevinden zich binnenin het apparaat geen onderdelen waar de gebruiker service op kan uitvoeren. Als service is vereist, stuurt u het apparaat terug naar een gek- walificeerde Sunrise
De filter vervangen:
1.Vervang de bacteriefilter na een overstroming of elke twee maanden.
2.Verwijder de filter door deze los te koppelen van de afzuigeenheid en de aansluiting op de sluiting van de verzamelfles.
3.Vervang de filter door een schone bacteriefilter (niet steriel) van DeVilbiss
OPMERKING– Vervang de bacteriefilter niet door enig ander materiaal. Anders bestaat de kans dat u last krijgt van verontreinigingen of slechte prestaties van het appa- raat. Gebruik daarom alleen filters van DeVilbiss®.
PROBLEMEN OPLOSSEN
OPMERKING– Uw DeVilbiss afzuigeenheid bevatten geen onderdelen waarop de gebruiker service kan uitvoeren. Als u van mening bent dat uw apparaat niet goed werkt, controleert u of dit één van de onderstaande mogelijke oorzaken heeft, VOORDAT U HET APPARAAT TERUGSTUURT NAAR DE LEVERANCIER VAN MEDISCHE APPARATUUR VOOR THUISGEBRUIK WAAR U HET APPARAAT HEBT AANGESCHAFT OF NAAR Sunrise Medical:
| Probleem | Actie |
| ||
| Apparaat werkt niet. (Groene | 1. | Controleer de voedingsbronnen en aansluitingen. |
| |
| externe voedingslampje moet | 2. | Controleer of het stopcontact werkt door er een lamp op aan te sluiten. |
| |
| branden als voedingsbron is | 3. | Controleer, als u een interne batterij wilt gebruiken, op uw apparaat |
| |
| ingeschakeld.) |
| is voorzien van een batterij. |
| |
|
|
| 4. | Controleer, als een batterij is geïnstalleerd, of deze volledig is opge- |
|
|
|
|
| laden.” |
|
|
|
|
|
|
|
| De pomp draait, maar er | 1. | Controleer of alle slangen correct zijn aangesloten. |
| |
| ontstaat geen vacuüm. | 2. | Controleer de aansluitingen van de slangen op breuken of lekkages. |
| |
|
|
| 3. | Zorg ervoor dat de vlotterafsluiter niet is ingeschakeld. |
|
|
|
| 4. | Controleer de fles op lekken of scheuren. |
|
|
|
|
|
|
|
| Geringe vacuümwerking. | 1. | Gebuik de vacuüminstelknop om het vacuümniveau te verhogen. |
| |
|
|
| 2. | Controleer het systeem op lekken. |
|
|
|
| 3. | Duw op de vacuüminstelknop en laat deze vervolgens los. |
|
|
|
|
|
| |
| De batterij kan niet worden | 1. | Controleer of uw apparaat is uitgerust met een interne batterij door |
| |
| opgeladen. (Het oplaadlampje |
| contact op te nemen met de leverancier van uw Sunrise Medical- |
| |
| zou moeten branden als de |
| apparatuur. |
| |
| batterij is aangesloten tijdens | 2. | Controleer of het oplaadlampje brandt. |
| |
| het opladen.) | 3. | Cotnroleer de elektrische aansluitingen tijdens het opladen. |
| |
|
|
| 4. | Controleer of het stopcontact werkt door er een lamp op aan te sluiten. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|