INST FX
Dit effect verandert in overeenkomst met de
1 Druk op een van de [INST FX]-toetsen.
Hiermee kiest u het soort effect.
De ingedrukte toets gaat knipperen.
!Het zelfde effect wordt ingesteld voor [CH1] tot [CH4].
2 Draai aan de [FILTER]-regelknop.
Het effect wordt toegepast op elk kanaal waarvoor de knop werd ingedrukt.
Effectnaam | Beschrijving | FILTER (parameter 1) | PARAMETER | |
(parameter 2) | ||||
| Witte ruis geprodu- |
|
| |
| ceerd binnenin dit | Bepaalt de grensfre- |
| |
| apparaat wordt samen- | Regelt de geluids- | ||
| quentie voor het filter | |||
NOISE | gemengd met het | sterkte van de witte | ||
waardoor de witte ruis | ||||
| geluid van het kanaal | ruis. | ||
| passeert. | |||
| via een filter en dan |
| ||
|
|
| ||
| weergegeven. |
|
| |
|
|
|
| |
| Verlaagt de toonhoogte | Bepaalt de hoeveelheid | Regelt de balans tussen | |
| waarmee de toon- | het oorspronkelijke | ||
ZIP | van het kanaal voor | |||
hoogte verlaagd moet | geluid en het effect- | |||
| weergave. | |||
| worden. | geluid. | ||
|
| |||
| Comprimeert het geluid | Bepaalt de compressie- | Hoe verder u de regel- | |
CRUSH | verhouding waarmee | knop naar rechts draait, | ||
van het kanaal voor | het inkomend geluid | des te geprononceerder | ||
| weergave. | |||
| gecomprimeerd wordt. | klinkt het effect. | ||
|
| |||
| Voegt een “flanger” |
| Hoe verder u de regel- | |
| Regelt het “flanger” | knop naar rechts draait, | ||
JET | effect toe voor weer- | |||
effect. | des te geprononceerder | |||
| gave. | |||
|
| klinkt het effect. | ||
|
|
| ||
|
|
|
| |
| Geeft het geluid weer |
| Hoe verder u de regel- | |
| Bepaalt de grensfre- | knop naar rechts draait, | ||
HPF | via een hoogdoorlaat- | |||
quentie voor het filter. | des te geprononceerder | |||
| filter. | |||
|
| klinkt het effect. | ||
|
|
| ||
|
|
|
| |
| Geeft het geluid weer |
| Hoe verder u de regel- | |
| Bepaalt de grensfre- | knop naar rechts draait, | ||
LPF | via een laagdoorlaat- | |||
quentie voor het filter. | des te geprononceerder | |||
| filter. | |||
|
| klinkt het effect. | ||
|
|
|
De uitwerking van het effectgeluid bijregelen
Draai aan de
Hoe verder u de regelknop naar rechts draait, des te geprononceerder klinkt het effect. Wanneer u de knop geheel naar links draait, is het effect minimaal.
BEAT EFFECT
Met deze functie kunt u onmiddellijk diverse effecten instellen volgens het tempo (BPM = beats per minuut) van het op dat moment weergegeven muziekstuk.
1 2 3 4
|
| [AUTO] licht op wanneer de | |
1 | AUTO (TAP) | automatische werking. | |
|
| [TAP] licht op bij gebruik van de handmatige invoerstand. | |
|
| In de automatische stand wordt hier de automatisch geme- | |
|
| ten | |
2 | Aanduiding van de BPM- | Wanneer de | |
| waarde (3 cijfers) | pert hier de laatst waargenomen | |
|
| In de handmatige invoerstand wordt hier de handmatig | |
|
| ingevoerde | |
|
|
| |
3 | BPM | Deze blijft steeds verlicht. | |
4 | % (ms) | Deze lichten op volgens de eenheden voor de verschillende | |
effecten. | |||
|
|
1 Druk op [AUTO/TAP].
Kies de
—AUTO: De
—TAP: De
!Het
2 Druk op een van de [CH SELECT]-toetsen.
Hiermee kiest u het kanaal om het effect op toe te passen.
16Nl
—[1] – [4]: Het effect wordt toegepast op het geluid van de kanalen [CH1]
– [CH4].
—[MIC]: Het effect wordt toegepast op het geluid van het
—[A], [B]: Het effect wordt toegepast op het geluid van de crossfader’s [A] linker- of [B] rechterkant.
—[M]: Het effect wordt toegepast op het geluid van het
3 Druk op een van de [EFFECT SELECT]-toetsen.
Hiermee kiest u het soort effect.
!Een overzicht van de soorten effecten vindt u op Soorten BEAT EFFECT op bladzijde 22.
!Als er [SEND/RETURN] is gekozen, zie dan Gebruik van een externe effectgene- rator hieronder.
4 Druk op een van de beat-toetsen.
Hiermee kiest u de beatfractie voor het synchroniseren van het effectgeluid. De effecttijd die overeenkomt met de
!De
5 Druk op [ON/OFF].
Het effect wordt toegepast op het geluid.
De tijdparameter van het effect is instelbaar door te draaien aan de [TIME]- regelaar.
De sterkteparameter van het effect is instelbaar door te draaien aan de [LEVEL/
[ON/OFF] knippert wanneer het effect wordt ingeschakeld.
!Het effect stopt wanneer u nogmaals op [ON/OFF] drukt.
Handmatig invoeren van het aantal BPM
Tik de
De gemiddelde waarde van de tussenpozen waarmee de
!Wanneer het
!Het
!Het
!De
Bijregelen van de hoeveelheid effect voor toepassing op de diverse frequentiebanden
Draai aan de [EFFECT FREQUENCY (HI, MID,
Zie Soorten BEAT EFFECT op bladzijde 22 voor de effectparameters die u kunt instellen met de verschillende regelaars.
Gebruik van een externe effectgenerator
1 Sluit dit apparaat aan op een externe effectgenerator.
[SEND/RETURN] licht op.
Nadere aanwijzingen voor het aansluiten vindt u onder Aansluiten van uitgangs- aansluitingen op bladzijde 7.
![SEND/RETURN] licht niet op waneer er niets is aangesloten op de [RETURN]- aansluiting.
2 Druk op een van de [CH
Hiermee kiest u het kanaal om het effect op toe te passen.
3 Druk op [SEND/RETURN].
[SEND/RETURN] knippert.
4 Druk op [ON/OFF].
Het geluid dat door de externe effectgenerator is gegaan wordt uitgestuurd.
!Het effect stopt wanneer u nogmaals op [ON/OFF] drukt.
!Als de
Gebruik van de MIDI-functies
Bediening van de DJ-software
De
Installeer van tevoren de