Geavanceerde bedieningsfuncties
Omtrent PRO DJ LINK
Wanneer een PRO DJ
Nadere bijzonderheden over de PRO DJ
Nadere aanwijzingen voor het aansluiten vindt u onder Aansluiten van ingangs- aansluitingen op bladzijde 7.
!Er kunnen tot vier
!Sluit de
!Sluit de computer(s) aan op de [COMPUTER 1] of [COMPUTER
SD & USB Export
rekordbox LINK Export
Met deze functie kunt u
LIVE SAMPLER
Het geluid dat binnenkomt via de
LINK MONITOR
Met deze functie kunt u
STATUS INFORMATION
Deze functie geeft aan de
FREQUENCY MIX
De huidige weergegeven muziek wordt in zeven frequentiebanden gesplitst en grafisch afgebeeld. De schuifregelaars van het aanraakpaneel bieden een dui- delijk overzicht voor het mengen van twee kanalen of het verwisselen van instru- menten (delen).
1 2 3 4
5
|
| 6 | |
|
|
| |
1 | LINK | Deze lichten op wanneer de | |
ten op de | |||
|
| ||
2 | FS | Deze lichten op wanneer de | |
schakeld. | |||
|
| ||
3 | Kanaaltoewijzings- | Hiermee kiest u de kanalen voor het mengen. | |
toetsen | |||
| Aanduiding volume- | Het ingangsvolume voor deze functie wordt aangegeven in | |
4 | een lichte kleur, terwijl het uitgangsvolume van de functie in | ||
niveau | |||
|
| een donkere kleur wordt getoond. |
5 | Hiermee regelt u de volumebalans van de te mengen kana- | ||
len in de afzonderlijke frequentiebanden. | |||
|
| ||
6 | << >> | Hiermee worden de | |
naar de uiterste linker- of rechterkant geschoven. | |||
|
|
Voor mengen van [CH2] en [CH3]:
Stel dit apparaat van tevoren zo in dat het geluid van [CH3] wordt weergegeven via de
1Zet de [CROSS FADER ASSIGN (A, THRU,
!Zet de [CROSS FADER ASSIGN (A, THRU,
!Bij gebruik van de
2 Druk op [MIX].
Het [FREQUENCY
3Druk op de kanaaltoewijzingstoetsen om [CH2] te kiezen voor de linkerkant of [CH3] voor de rechterkant.
De volumeniveaus voor de verschillende frequentiebanden van het spelende geluid van [CH3] worden aangegeven in de rechterhelft van het aanraakpaneel.
4 Druk op al de [ >>
Alle
5 Druk op [ON/OFF].
Hiermee schakelt u het effect in.
[ON/OFF] knippert wanneer het effect wordt ingeschakeld.
6 Schuif de kanaalfader-regelaar voor [CH2] naar achteren toe.
De volumeniveaus voor de verschillende frequentiebanden van het spelende geluid van [CH2] worden aangegeven in de linkerhelft van het aanraakpaneel.
7 Schuif de aanraakfader naar de linkerkant.
Het geluid van de frequentiebanden waarvan de
!Het effect stopt wanneer u nogmaals op [ON/OFF] drukt.
!Om over te schakelen van de [FREQUENCY MIX] naar de [SIDECHAIN REMIX]- stand, drukt u eerst op de
SIDECHAIN REMIX
Wanneer u deze functie gebruikt, kunt u het geluid van de gekozen frequentie- band voor het gekozen kanaal gebruiken als trigger voor de toepassing van effec- ten op het geluid van de andere kanalen.
15
| 6 | 9 |
2 |
| |
|
| |
3 | 7 |
|
|
| |
4 |
| a |
|
| |
| 8 |
|
1 | CH | Hiermee kiest u het kanaal om het effect op toe te passen. | |
2 | HOLD | Deze bevat de parametergegevens voor het effect (de plaats | |
waar het bedieningsvlak werd aangeraakt). | |||
|
| ||
3 | EFFECT | Hiermee kiest u het soort effect. | |
|
|
| |
4 | LEVEL/DEPTH | Gebruik deze om de hoeveelheid toegevoegd effect te | |
regelen. | |||
|
| ||
|
|
| |
5 | EXIT | Hiermee sluit u het [TRIGGER] menu. | |
|
|
| |
6 | TRIGGER (SAMPLING/ | Hiermee opent u het [TRIGGER] menu. | |
TRIGGER) | |||
|
|
| |
7 | TRIGGER BAND | Gebruik deze om de frequentieband te kiezen die u als “trig- | |
ger” wilt gebruiken. | |||
|
| ||
|
|
| |
8 | Bedieningsvlak | Gebruik deze om de parameters van het effect bij te stellen. | |
9 | TRIGGER CH (SAM- | Hiermee kiest u het kanaal dat als | |
| PLING/TRIGGER CH) | dienen. | |
A | Deze knipperen volgens het automatisch waargenomen | ||
ritme voor de verschillende frequentiebanden. | |||
|
|
14Nl