Instellingen aanpassen

1 Houd [LIVE SAMPLER (UTILITY, WAKE UP)] tenminste 1 seconde lang ingedrukt.

Het [USER SETUP] scherm verschijnt.

1Het [LIVE SAMPLER (UTILITY, WAKE UP)]-indicator knippert.

! Om het [CLUB SETUP]-schem te tonen, schakelt u dit apparaat eerst uit en dan drukt u de [POWER]-toets weer in terwijl u [LIVE SAMPLER (UTILITY, WAKE UP)] ingedrukt houdt.

2 Druk op de instel-itemtoets.

De te kiezen onderdelen verschijnen.

3 Kies het instel-item.

Kies het item in het aanraakpaneel en voer het in.

4 Verander de instelling van het onderdeel. Kies het item in het aanraakpaneel en voer het in.

! Druk op [SAVE] om de gemaakte wijzigingen vast te leggen in het [CLUB SETUP]-scherm.

 

5 Druk op [EXIT].

1 Instel-itemtoets

Het [USER SETUP] scherm verdwijnt.

 

! Om het [CLUB SETUP]-scherm te sluiten, drukt u op [POWER] om dit apparaat

 

uit te schakelen.

Voorkeurinstellingen maken

De cursief aangegeven instellingen zijn de oorspronkelijke instellingen van een nieuw gekocht apparaat.

Functie

Optionele

Keuze-item 1

Keuze-item 2

Keuze-item 3

Beschrijving

instellingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

BUTTON ACTION

TOGGLE

Kies de MIDI-signaalverzendmethode, [TOGGLE] of [TRIGGER].

 

 

ZONE11

 

 

 

TRIGGER

 

 

 

 

 

 

 

 

MIDI CHANNEL

1, 2, tot 16

Voor instellen van het MIDI-kanaal.

 

 

 

 

BUTTON ACTION

TOGGLE

Kies de MIDI-signaalverzendmethode, [TOGGLE] of [TRIGGER].

 

MIDI

 

 

 

 

 

 

TRIGGER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ZONE2

2

MIDI CHANNEL

1, 2, tot 16

Voor instellen van het MIDI-kanaal.

 

 

 

 

 

 

USER SETUP

 

 

 

 

 

Stelt de [TYPE A] – [TYPE D] MIDI-instellingen terug op hun oor-

 

 

 

RESET

spronkelijke waarden. De [RESET]-functie werkt uitsluitend voor

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

[ZONE2].

 

 

LINK

 

CH1 tot CH4

ON, OFF

Schakelt de fader-startfunctie aan en uit voor de DJ-spelers die zijn

 

 

 

verbonden met de [LINK]-aansluitingen.

 

FADER START

 

 

 

 

 

CONTROL

CH2, CH3

ON, OFF

Schakelt de fader-startfunctie aan en uit voor de DJ-spelers die zijn

 

 

 

 

verbonden met de [CONTROL]-aansluitingen.

 

 

 

 

 

 

 

LCD

BACK LIGHT

1, 2, 3, 4, 5

Regelt de helderheid van het aanraakpaneel.

 

 

 

 

 

 

 

 

VERSION No.

 

Toont de software-versie van de DJM-2000.

 

 

 

 

 

 

 

 

DIGITAL OUT MAX

–19 dB, –15 dB, –10 dB,

Regelt de maximale geluidssterkte van de weergave via de [DIGITAL

 

 

LEVEL

 

–5 dB

OUT]-aansluiting.

 

 

 

 

 

SYSTEM

DIGITAL SAMPLING

48 kHz, 96 kHz

Voor omschakelen van de digitale signaalbemonsteringswaarde.

 

 

RATE

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

AUTO STANDBY

ON, OFF

Activeert en deactiveert de automatische ruststandfunctie.

 

 

OUTPUT TO BOOTH

ON, OFF

Bepaalt of er wel of geen microfoongeluiden worden uitgestuurd via

 

 

MONITOR

de [BOOTH]-aansluitingen.

 

 

 

 

CLUB SETUP

 

TALK OVER THRES-

–25 dB, –20 dB, –15 dB,

 

Regelt de overstemgevoeligheid. De overstemfunctie wordt inge-

 

MIC

schakeld wanneer er een geluid dat luider is dan een ingesteld

 

HOLD LEVEL

–10 dB

 

 

 

volume binnenkomt via de microfoon.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

TALK OVER LEVEL

–25 dB, –20 dB, –15 dB,

Bepaalt de mate waarin andere geluiden dan het microfoongeluid

 

 

–10 dB

worden verzwakt bij inschakelen van de overstemfunctie.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

TOUCH PANEL

 

De ijking van het aanraakpaneel is regelbaar door [+] in volgorde in

 

 

te drukken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

FACTORY RESET

YES, NO

Alle instellingen in de beginstand terugzetten.

1Verandert de MIDI-instellingen van de toetsen op het bedieningspaneel, [FREQUENCY MIX] en [SIDECHAIN REMIX].

2Verandert de MIDI-instellingen voor [TYPE A] tot [TYPE D] in het MIDI-bedieningsscherm.

Omtrent de automatische ruststandfunctie

Wanneer [AUTO STANDBY] staat ingesteld op [ON], wordt de ruststandfunctie automatisch ingeschakeld als er meer dan 4 uur verstrijken en aan al de onderstaande voorwaarden is voldaan.

Als geen van de bedieningsknoppen of regelaars wordt bediend.

Als er geen geluidssignalen van –10 dB of meer binnenkomen via de ingangsaansluitingen van dit apparaat.

Als er geen PRO DJ LINK-aansluitingen worden gemaakt.

!De ruststand wordt geannuleerd wanneer u op [LIVE SAMPLER (UTILITY, WAKE UP)] drukt.

24Nl

Page 138
Image 138
Pioneer DJM-2000 Instellingen aanpassen, Voorkeurinstellingen maken, Omtrent de automatische ruststandfunctie