Instellen van het kanaal voor samplen en triggeren op [CH3] en mengen van het gesamplede geluid met het geluid van [CH2] voor weergave:

Stel dit apparaat van tevoren zo in dat het geluid van [CH2] wordt weergegeven via de [MASTER]-aansluitingen.

1 Druk op [REMIX].

Het [SIDECHAIN REMIX]-scherm wordt aangegeven in het aanraakpaneel.

2 Druk op de [2]-toets in het [CH]-gedeelte.

Hiermee kiest u het kanaal om het effect op toe te passen.

3 Druk op [EFFECT] en stel in op [SAMPLER].

Hiermee kiest u het soort effect.

Effectnaam Beschrijving

Een geluid wordt geproduceerd in dit apparaat, samengevoegd met het OSCILLATOR1 4 geluid van het kanaal gekozen in het [CH]-gedeelte en dan weergegeven

 

aan de hand van de [TRIGGER CH (SAMPLING/TRIGGER CH)]-trigger.

 

Het geluid van het kanaal gekozen via [TRIGGER CH (SAMPLING/

SAMPLER

TRIGGER CH)] wordt gesampled, samengevoegd met het geluid van het

kanaal gekozen in het [CH]-gedeelte en dan weergegeven aan de hand

 

 

van de [TRIGGER CH (SAMPLING/TRIGGER CH)]-trigger.

 

 

 

De toonhoogte van het geluid van het kanaal gekozen in het [CH]-

PITCH

gedeelte wordt aangepast, het wordt samengevoegd met het kanaal

gekozen in het [CH]-gedeelte en dan weergegeven aan de hand van de

 

 

[TRIGGER CH (SAMPLING/TRIGGER CH)]-trigger.

GATE

Het geluid dat binnenkomt via [CH] wordt weergegeven aan de hand

van de [TRIGGER CH (SAMPLING/TRIGGER CH)]-trigger.

 

!Het is niet mogelijk om verscheidene effecten tegelijk te kiezen.

4 Druk op [TRIGGER (SAMPLING/TRIGGER)].

Het [TRIGGER]-menu verschijnt.

5 Onder [TRIGGER CH (SAMPLING/TRIGGER CH)] kiest u [CH3].

Hiermee kiest u het kanaal om te gebruiken als trigger voor het effect.

!Wanneer u op [SAME] drukt, wordt hetzelfde kanaal als werd gekozen in het [CH]-gedeelte nu gekozen als de trigger.

6 Bij [TRIGGER BAND], drukt u op [MID] en [HI].

Hiermee kiest u de frequentieband die moet dienen als de effect-trigger. Alleen de [LOW] (lage tonen) worden gekozen.

7 Druk op [ON/OFF].

Hiermee schakelt u het effect in.

[ON/OFF] knippert wanneer het effect wordt ingeschakeld.

8 Raak het bedieningsvlak aan.

[ ] verschijnt op het punt waar u het paneel aanraakte.

Het [CH3]-geluid bij het punt waar u het bedieningsvlak aanraakt wordt nu gesampled.

Getriggerd door het basgeluid van [CH3], wordt het gesamplede geluid nu samengevoegd met het geluid van [CH2] (waarvan de weergave gewoon door- gaat) en het resultaat wordt weergegeven via de [MASTER]-aansluitingen. Het effect verandert wanneer u een ander punt in het bedieningsvlak aanraakt.

!Het effect stopt wanneer u nogmaals op [ON/OFF] drukt.

!Het gesamplede geluid blijft alleen gelden zolang u het bedieningsvlak aanraakt.

!Om over te schakelen van de [SIDECHAIN REMIX] naar de [FREQUENCY MIX]- stand, drukt u eerst op de [ON/OFF]-toets om het effect uit te schakelen en dan drukt u op [MIX].

Gebruik van [HOLD]

Wanneer de [HOLD]-functie is ingeschakeld, worden de parametergegevens voor het effect bewaard, ook nadat u het effect uitschakelt. De parametergegevens vervallen wanneer de [HOLD]-functie wordt uitgeschakeld.

!De parametergegevens en het gesamplede geluid worden gewist wanneer u het effect omschakelt.

LIVE SAMPLER

Het geluid dat binnenkomt via de [MIC]-aansluiting of dat wordt uitgestuurd via de [MASTER]-aansluitingen kan worden gesampled en afgespeeld met een PRO DJ LINK–geschikte Pioneer DJ-speler.

Sluit van tevoren dit apparaat aan op een PRO DJ LINK-geschikte Pioneer DJ-speler. Nadere aanwijzingen voor het aansluiten vindt u onder Aansluiten van ingangsaansluitingen op bladzijde 7.

 

 

 

 

 

 

 

1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4

 

 

 

 

 

5

 

 

 

 

6

 

 

 

 

 

7

 

 

 

 

 

 

8

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9

 

 

 

 

 

 

 

1

SOURCE SELECT

Kies hier de bron die u wilt samplen.

 

 

 

 

 

Gebruik deze om de geluidssterkte voor de opname in te

2

REC VOLUME

stellen.

 

 

De geluidssterkte is regelbaar van –9 dB tot +9 dB.

 

 

 

3

Status-indicator

Deze toont de status van het apparaat en of er wel of geen

sample-gegevens beschikbaar zijn.

 

 

 

 

 

4

Golfvormaanduiding

Hier wordt het geluid als golfvorm getoond.

 

Aanduiding afspeel-

Hier wordt het geluid als staafdiagram getoond.

5

Dit wordt alleen getoond bij het vooraf controleren van het

adres

 

 

geluid.

 

 

Het geluid wordt weergegeven vanaf het punt waar u het

6

Schuifregelaar

paneel aanraakt.

Dit wordt alleen getoond bij het vooraf controleren van het

 

 

 

 

geluid.

7

PRE-REC SAVE

Het geluid wordt gesampled vanaf een punt 8 seconden

voor het indrukken van de toets.

 

 

8

REC (REC STOP)

Het geluid wordt gesampled gedurende 8 seconden vanaf

het punt waar u de toets indrukte.

 

 

9

PREVIEW (STOP)

Gebruik deze om het gesamplede geluid te controleren via

de hoofdtelefoon.

 

 

Samplen van het weergegeven geluid

1 Druk op [LIVE SAMPLER].

Het [LIVE SAMPLER]-scherm wordt aangegeven in het aanraakpaneel.

2 Druk op [MIC] of [MASTER] in [SOURCE SELECT].

Hiermee kiest u het kanaal om te samplen.

3 Druk op [REC (REC STOP)].

Het geluid van het kanaal gekozen in stap 2 wordt gesampled vanaf het punt waar u op [REC (REC STOP)] drukte.

!Samplen is mogelijk tot 8 seconden lang.

!Het samplen stopt automatisch wanneer er 8 seconden zijn verstreken nadat u op [REC (REC STOP)] drukte.

4 Druk op [REC (REC STOP)].

Het samplen stopt. Het sample-opslagscherm verschijnt.

Samplen van het geluid vanaf een punt 8 seconden eerder

1 Druk op [LIVE SAMPLER].

Het [LIVE SAMPLER]-scherm wordt aangegeven in het aanraakpaneel.

2 Druk op [MIC] of [MASTER] in [SOURCE SELECT].

Hiermee kiest u het kanaal om te samplen.

3 Druk op [PRE-REC SAVE].

Het geluid van het kanaal gekozen in stap 2 wordt gesampled vanaf een punt 8 seconden voordat u op [PRE-REC SAVE] drukte.

!Samplen is mogelijk tot 8 seconden lang.

Controleren van het gesamplede geluid

1Druk op de [CUE]-toets aan de linkerkant van het aanraakpaneel.

2Druk op [PREVIEW (STOP)].

De positie van de afgespeelde passage wordt aangegeven door de aanduidingen voor het afspeeladres en de schuifregelaar.

!Wanneer u de schuifregelaar van het paneel aanraakt, wordt het gesamplede geluid vanaf dat punt afgespeeld.

Afspelen van gesampled geluid op de DJ-speler

Gebruik PRO DJ LINK om toegang tot dit apparaat te krijgen vanaf de DJ-speler. Het gesamplede geluid (een audiobestand) kan worden geladen en afgespeeld met de DJ-speler.

Nl

Nederlands

15

Page 129
Image 129
Pioneer DJM-2000 Druk op Remix, Druk op de 2-toets in het CH-gedeelte, Druk op Effect en stel in op Sampler