!Aanwijzingen voor het instellen van de MIDI-kanalen vindt u op Instellingen aanpassen op bladzijde 24.

1Verbind de [USB]-aansluiting van dit apparaat met de computer.

Zie Aansluiten van een computer op bladzijde 8 voor nadere details over de aansluitingen.

2Start de DJ-software.

3Druk op [ON/OFF] in het [MIDI]-gedeelte.

Schakel de MIDI-functie in.

De verzending van MIDI-berichten begint.

!Wanneer u de schuifregelaars en draaiknoppen verstelt, worden er berichten doorgegeven met de stand van de schuifregelaars en draaiknoppen. Zie voor de berichten die dit apparaat doorgeeft Lijst van MIDI-berichtenop bladzijde 18.

!MIDI-berichten voor de stand van alle toetsen, schuifregelaars en draaiknop- pen kunnen in een enkele verzending worden doorgegeven wanneer u de [START/STOP]-toets tenminste 2 seconden ingedrukt houdt (“snapshot” momentopnamefunctie).

!De MIDI-tijdklok (met BPM-informatie) wordt altijd verzonden, ongeacht de [ON/OFF]-stand.

!Wanneer u nogmaals op [ON/OFF] drukt in het [MIDI]-gedeelte, stopt de verzending van MIDI-berichten.

Verzenden van de berichten voor MIDI-start en MIDI-stop

Druk op [START/STOP] in het [MIDI]-gedeelte.

!De berichten voor MIDI-start en MIDI-stop worden beurtelings verzonden, tel- kens wanneer u op de [START/STOP]-toets drukt, ongeacht of de MIDI-functie aan of uit staat.

Gebruik van de MIDI-bedieningsschermen

Dit apparaat is voorzien van vier soorten MIDI-bedieningsschermen. Gebruik deze overeenkomstig uw DJ-software.

1Druk op de [MIDI]-toets aan de rechterkant van het aanraakpaneel.

Het [MIDI CONTROL]-scherm wordt aangegeven in het aanraakpaneel.

2 Kies een type, uit [TYPE A] tot [TYPE D].

Hiermee kiest u het type MIDI-bedieningsscherm.

!Wanneer u op [PAGE1] of [PAGE2] drukt, verandert de getoonde pagina.

3 Bedien de toetsen op het aanraakpaneel of de schuifregelaars.

De verzending van MIDI-berichten begint.

Zie voor de berichten die dit apparaat doorgeeft Lijst van MIDI-berichtenop blad- zijde 18.

Bediening van een externe MIDI-sequencer

Dit apparaat geeft het tempo van de weergegeven geluidsbron (de BPM- informatie) door als de MIDI-tijdklok. Dit kan worden gebruikt voor het synchroni- seren van een externe MIDI-sequencer met het tempo van de geluidsbron.

!Externe MIDI-sequencers die niet geschikt zijn voor de MIDI-tijdklok kunnen niet worden gesynchroniseerd.

!Externe MIDI-sequencers kunnen niet worden gesynchroniseerd voor geluids- bronnen waarvan het BPM-tempo niet betrouwbaar kan worden gemeten.

!MIDI-tijdkloksignalen worden ook doorgegeven voor BPM-waarden die hand- matig zijn ingevoerd door het aantikken van de [TAP]-toets met een vinger. Het bereik van de MIDI-tijdklok loopt van 40 BPM tot 250 BPM.

1Verbind de [MIDI OUT]-aansluiting met de MIDI IN-aansluiting van de externe MIDI-sequencer met een in de handel verkrijgbare MIDI-kabel.

2Stel de synchronisatiefunctie van de externe MIDI-sequencer in op “Slave”.

3Druk op [START/STOP].

Het MIDI-startbericht wordt verzonden.

4 Druk op [ON/OFF] in het [MIDI]-gedeelte.

De verzending van MIDI-berichten begint.

Nederlands

Nl 17

Page 131
Image 131
Pioneer DJM-2000 operating instructions Gebruik van de MIDI-bedieningsschermen, Bediening van een externe MIDI-sequencer