Assemblage | nl |
|
De banden controleren | WAARSCHUWING |
Controleer de luchtdruk in de banden. Als de luchtdruk in de banden te hoog is zal de machine oncomfortabel rijden. Als de bandenspanning verkeerd is zal de zitmaaier ook niet helemaal horizontaal maaien. De correcte bandenspanning is: banden vooraan 0,97 BAR (14 PSI), banden achteraan 0,69 BAR (10 PSI). Voor het transport werden de banden te hard opgepompt.
Controleer of het maaidek waterpas staat
Vergewis u ervan dat het maairesultaat nog altijd correct is. Nadat u een korte afstand gemaaid hebt, kijkt u naar het gemaaide gebied. Als de maaidekbehuizing niet mooi horizontaal maait, raadpleegt u de instructies onder “Het maaidek waterpas zetten” in het hoofdstuk “Onderhoud” van deze handleiding.
Leef de instructies van de motorfabrikant na voor het te gebruiken type olie en brandstof. Gebruik altijd een veiligheidsreservoir voor brandstof. Rook niet wanneer u de motor bijvult met brandstof. Vul geen brandstof bij in een gesloten ruimte. Voor u brandstof bijvult, zet u de motor af. Laat de motor meerdere minuten afkoelen.
Installeren van de benzinedop
De benzinedop bevindt zich in de zak met onderdelen, en tijdens het transport is de brandstoftank afgedekt met tape. Verwijder vóór gebruik de tape van de brandstoftank en installeer de benzinedop.
De motor klaarmaken voor gebruik | |
Reproduction | |
| for |
NB: De motor werd met olie gevuld voor hij de fabriek verliet. | |
Controleer het oliepeil. Vul indien nodig olie bij. |
|
Zie de instructies van de motorfabrikant voor het te gebruiken | |
Not |
type olie en brandstof. Voor u de machine gebruik , leest u de informatie inzake veiligheid, bediening, onderhoud
en berging.
16