Onderhoud

 

 

 

 

nl

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ZITMAAIER EN MAAIDEK

 

 

MOTOR

Om de 8 uur of dagelijks

 

 

 

De eerste 5 uren

Controleer het veiligheidsvergrendelsysteem

 

 

De motorolie verversen

Verwijder het vuil van de zitmaaier en het maaidek

 

 

Om de 8 uur of dagelijks

Verwijder het vuil uit de motorruimte

 

 

 

Controleer het oliepeil van de motor

Om de 25 uur of jaarlijks *

 

 

 

Om de 25 uur of jaarlijks *

Controleer de bandenspanning

 

 

 

Reinig het motorluchtfilter en het voorfilter **

Controleer de stoptijd van de maaibladen

 

 

Om de 50 uur of jaarlijks *

Controleer de zitmaaier en het maaidek op losse

 

 

Ververs de motorolie

bevestigingsmiddelen

 

 

 

 

 

 

 

Vervang het oliefilter

Om de 50 uur of jaarlijks *

 

 

 

 

 

 

 

Jaarlijks

Reinig de accu en kabels

 

 

 

Vervang het luchtfilter

Controleer de remwerking van de zitmaaier

 

 

 

 

 

Vervang het voorfilter

Raadpleeg uw dealer jaarlijks om

 

 

 

 

 

Raadpleeg uw dealer jaarlijks om

Smeer de zitmaaier en het maaidek

 

 

 

Inspecteer de geluiddemper en vonkenvanger

Controleer de maaibladen **

Reproduction

 

 

 

Ve vang de bougie

* Welke als eerste komt

 

 

 

 

 

 

 

Ve vang het brandst ffilter

** Controleer de bladen vaker op plaatsen met zandige

 

 

 

 

 

 

Reinig het luch k elsysteem van de motor

bodem of in zeer stoffige omgevingen.

 

 

 

 

* Welke als eers e komt

 

Not

 

 

 

for** In stoffige omgevingen of als vuil in de lucht aanwezig is,

 

 

 

 

moet

vaker reinigen.

De rem controleren en afregelen

 

 

 

 

1. De aandrijvingsrem bevindt zich rechts van de

 

 

d.

Breng een nieuwe splitpen aan om de kroonmoer

versnellingsbak (zie Figuur 19).

 

 

 

 

vast te zetten en installeer vervolgens de veer van

2. Zorg ervoor dat de parkeerrem geactiveerd is (Figuur 14)

 

 

de remarm.

en dat de ontkoppeling van de automatische transmissie

 

e.

Activeer de parkeerrem.

in de stand DUWEN staat (zie B, Figuur 11).

 

 

f. Probeer de zitmaaier voort te duwen. Als de

3. Probeer de zitmaaier voort te duwen. Als de achterste

 

 

 

achterste wielen niet draaien is de rem correct

wielen draaien regelt u de remblokken als volgt af:

 

 

 

afgeregeld.

a. Deactiveer de parkeerrem.

 

 

 

g.

Deactiveer de parkeerrem.

b. Verwijder de veer (1) van de remarm en de splitpen

WAARSCHUWING

(2) waarmee de kroonmoer (3) is bevestigd.

c. Steek een spleetmeter van 0,020 inch tussen de

Als u de rem niet correct af kan regelen

remrotor en de bovenste remschuifhouder, en regel

vervangt u de remblokken. Voor de juiste

de rem vervolgens af door de kroonmoer met de

vervangingsonderdelen en hulp kan u bij een

vingers vaster of losser te draaien.

erkend servicecenter terecht.

23