◯Aangzien de ingebouwde micoprocessor van de UC14YF2 een drietal sekonden nodig heeft om te reageren op het loskoppelen van de batterij, dient u minimaal drie sekonden te wachten voordat u de batterij weer aansluit om het laden te vervolgen. Als de batterij binnen de drie sekonden wordt aangesloten, bastaat dat kans de deze niet goed wordt opgeladen.
VOOR HET GEBRUIK
1.Voorbereiden en kontroleren van de werkomgeving Zorg ervoor dat de werkplaats voldoet aan alle eisen die in de voorzorgsmaatregelen vermeld staan.
2.Kontroleren van de batterij
Zorg ervoor dat de batterij stevig geplaatst wordt. Indien dit niet gebeurd, kan het voorkomen dat de accu eruit valt en een ongeluk veroorzaakt.
3.Kiezen van de juiste bus overkomstig de bout
Zorg ervoor dat u een bus gebruikt die past op de bout welke moet worden vastgedraaid. Het gebruik van een verkeerde bus zal niet allen resultetren in onvoldoende vastdraaien maar bovendien in beschadigingen aan de bus of moer.
Een versleten of vervormde zeskante of vierkante bus zal niet goed op de moer of het draaistuk passen, hetgeen resulteert in een lager aantrekkoppe. Let er goed op dat e gaten in de bussen niet te zeer versleten zijn. Varvang de bussen altijd op tijd door nieuwe.
Tenslotte monteert u de bus zoals in item 4 beschreven staat, in het gedeelte „Los verkrijgbare toebehoren” worden nadere details over de relatie tussen de boutgrootte en de verschillende soorten bussen beschreven. De bussen worden geklassificeerd volgens de afstand tussen de tegengestelde oppervlakken van het zeshoekige gat.
4.Monteren van de bus
Kies de die u wilt gebruiken.
⬤Pan, O-ring type (Afb. 4 en 5)
(1)Breng de opening in de bus in een lijn met het gat in het draaistuk en steek het draaistuk in de bus.
(2)Steek de pen de opening van de bus.
(3)Bevestig e ring in de grog op de bus.
⬤Plunjer type (Afb. 6)
Breng de plunjer in het vierkante gedeelte van het aanbeeld tegenover de opening in het zeskante voetstuk. Druk dan de plunjer uit en bevestig het voerstuk op het aanbeeld. Kontroleer of de plunjer stevig in de opening steekt. Voor het verwijderen van het voetstuk volgt u de aanwijzingen in omgekkeerde volgorde.
GEBRUIK
1.Gebruik van de handige haak
De handige haak kan worden bevestigd aan de rechterkant of aan de linkerkant en de hoek waaronder deze is bevestigd kan in 5 stappen worden ingesteld tussen 0° en 80°.
(1)Gebruik van de haak
(a)Trek de haak naar u toe in de richting van pijl
(A)en verdraai deze vervolgens in de richting van pijl (B). (Afb. 7)
(b)De hoek kan worden ingesteld in 5 stappen (0°, 20°, 40°, 60°, 80°).
(2)Overbrengen van de haak naar de andere kant
LET OP:
Onvolledige bevestiging van de haak kan in het gebruik leiden tot lichamelijk letsel.
(a)Houd de machine stevig vast en verwijder de schroef met een schroevendraaier of een munt. (Afb. 8)
(b)Verwijder de haak en de veer. (Afb. 9)
(c)Bevestig de haak en de veer aan de andere kant en zet ze stevig vast met de schroef. (Afb. 8)
OPMERKING:
Let op de richting van de veer. Bevestig de veer met de grotere diameter van u af wijzend. (Afb. 10)
2.Controleer de draairichting.
De dop draait rechtsom (van achteren gezien) wanneer de R-kant van de schakelaar ingedrukt wordt.
De L-kant van de schakelaar dient te worden ingedrukt om de dop linksom te laten draaien (Zie Afb. 11). De L en R markeringen zijn op de behuizing aangebracht.
VOORZICHTIG
De draairichting schakelaar kan niet worden gebruikt terwijl de machine nog draait. Stop het apparaat voor u de schakelaar omzet om de draairichting te veranderen.
3.Bediening van hoofdschokelaar
◯De boorkop gaat draaien wanneer aan de trekker getrokken wordt. Wanneer de trekker wordt losgelaten stopt de boorkop met draaien.
◯De draaisnelheid kunt u regelen door in meer of mindere mate aan de trekker te trekken. Wanneer u licht aan de trekker trekt, is de snelheid laag en bij harder trekken wordt de snelheid verhoogd.
4.Vast- en losdraaien van bouten
U moet eerst een binnenzeskantdop kiezen die op de bout of moer past. Zet dan de dop op het aambeeld en vat de moer die aangedraaid moet worden met de binnenzeskantdop. Houd de slagsleutel op een lijn met de bout en druk de hoofdschakelaar in om de moer enkele seconden vast te slaan. Als de moer slechts losjes op de bout past, kan de bout met de moer mee gaan draaien en voorkomen dat hij stevig kan worden aangedraaid. Als dit het geval is, dient u te stoppen met het vastslaan van de moer en voor u weer begint, de kop van de bout vast te houden met een sleutel, of eerst de bout en de moer met de hand vaster draaien om te voorkomen dat ze weer gaan slippen.
5.Het aantal mogelijk vast te draaien bouten
Kijk naar de onderstaande tabel voor het aantal mogelijk vast te draaien bouten met een lading.
Voor de WR12DM (EB1230HL)
| Gebruikte bout | Antal vastdraaiingen |
| M16 ⋅ 55 (F10T) | Ca. 135 |
| Voor de WR9DM (EB930H) | |
| | |
| Gebruikte bout | Antal vastdraaiingen |
| Trekvaste bout | Ca. 135 |
| M12 ⋅ 45 |
| |