NEDERLAND
koffieafgifte uitgevoerd worden.
Op deze manier verkrijgt men een goede
7 KOFFIE AFGIFTE
Aanmerking: Indien het apparaat geen koffie distri-
bueert, nakijken of er genoeg water in het waterre- servoir is.
•Voordat u de
FUNCTIE KIEZEN
KLAAR V. GEBR.
•Een of twee kopjes onder de tuiten stellen; de hoogte van de pijp kan ingesteld worden door de pijp met de hand naar boven of naar beneden te verzetten (Fig.12), zodat hij zich de hoogte van de kopjes aanpast.
7.1 Koffie afgifte met koffiebonen
• Voor de inschakeling van de
1 EXPRESSO
Voor de bereiding van 1 koffie, plaatst u één kopje onder de afgiftetuiten en drukt u één enkele keer op de knop (22, 23 of 24); voor de bereiding van 2 kopjes koffie, plaatst u twee kopjes onder de afgiftetuiten en drukt u twee keer achter elkaar op de knop (22,
23 of 24); op het display verschijnt:
2 EXPRESSO
In deze bewerkingsmodaliteit voorziet het apparaat automatisch in het malen en het juiste doseren van de koffiehoeveelheid; de voorbereiding voor twee kopjes vraagt twee maalcycli en twee uitloopcycli die automatisch door het toestel beheerd worden.
•Achtereenvolgens begint de uitloopcyclus.
•Nadat de
De koffie afgifte stopt automatisch als het vooringesteld niveau bereikt wordt (zie hoofdstuk 7.3); het is echter mogelijk de uitloop van de koffie te onderbreken indien men de toets drukt
7.2 Koffie afgifte met gemalen koffie
Om deze functie te benutten, is het noodzakelijk de maatschep (Fig.
van de gemalen koffie in het apparaat.
Enkel gemalen koffie voor espresso apparaten in de doseringshouder doen; koffiebonen en andere voor-
werpen kunnen het apparaat beschadigen.
Het is verboden vingers in de koffiedoseringshouder te steken omdat het bewegende onderdelen bevat.
Om de juiste hoeveelheid koffiepoeder te nemen, die in de doserings- houders dient te worden gegeven, enkel het meegeleverde maatschep
(21)gebruiken. Voeg enkel een maatschep koffiepoeder per keer in; om twee kopjes koffie te verkrijgen dienen twee opeenvolgende cycli uitgevoerd te worden.
• Druk op knop (25) om de functie te selecteren; op het display verschijnt:
FUNCTIE KIEZEN
GEMALEN KOFFIE
•Til het deksel van de doseerder van poederkoffie op (Fig.13).
•Neem met het maatschepje een koffiedosis op; verwijder het te veel aan poederkoffie van het maatschepje.
•Giet de poederkoffie in de doseringshouder (Fig.14).
•Sluit het deksel van de doseerder van poederkoffie.
•Voor de bereiding van de koffie drukt u op de toets voor
1EXPRESSO GEMALEN KOFFIE
•De uitloopcyclus schakelt zich in.
•Na het beëindigen van de
De koffie afgifte stopt automatisch wanneer het vooringesteld niveau bereikt wordt (zie hoofdstuk 7.3); het is in ieder geval mogelijk de koffie afgifte d.m.v. toets (22, 23 of 24) te onderbreken.
•Vervolgens wordt het apparaat automatisch in de normale werkwijze gezet (zie par. 7.1)
7.3Instelling van hoeveelheid koffie per kopje
Het apparaat is geprogrammeerd voor het bereiden van 3 soorten koffie: espressokoffie met knop (22), gewone koffie met knop (23), en aangelengde koffie met knop (24).
Om de geprogrammeerde waarden aan de afmetingen van de kopjes
• 102 •