deze tijd kunt u de onderbroken training voortzetten door de Start-toets te drukken. Als u 2 x op de Stop/Pause-toets drukt, kunt u uw trainingsprogramma afbreken. Door twee seconden lang op de Stop-toets te drukken, zet u de meter op nul. Daarbij keert de meter in de uitgangspositie terug.
Als u het gebruikergewicht niet hoeft te veranderen, kunt u de training direct beginnen door op de Start-toets te drukken. Om de minuut verschijnen op het profieldisplay de snelheidsgegevens van de training. Na verloop van 16 minuten verdwijnt het displaybeeld van de monitor naar links en kunt u de snelheidsgegevens van de afgelopen 16 minuten aflezen.
HARTSLAGAANGEPASTE TRAINING
1.Hartslagaangepaste profielen veronderstellen altijd het gebruik van de hartslaggordel. Als de hartslagmeting niet functioneert, verschijnt er in het tekstveld het foutteken HR ERROR. Dan moet u controleren of u de gegeven aanwijzingen voor het gebruik van de hartslaggordel hebt opgevolgd.
2. Druk de Select-toets in, totdat het signaallampje naast de HRC-tekst brandt.
3. Druk de Enter-toets in om verder te gaan naar de instelling van het hartslagniveau. De hartslagwaarde bij de laatste training verschijnt in het middelste cijferdisplay. U kunt die waarde met de pijltoetsen veranderen. Met de Enter- toets bevestigt u de instelling. Deze blijft in het geheugen van de meter, tot zij door een andere waarde vervangen wordt.
4. Druk de Enter-toets en stel het gebruikergewicht met de pijltoetsen in. Druk de Enter-toets weer in om de instelling te bevestigen. Deze blijft in het geheugen van de meter tot zij door een andere waarde vervangen wordt.
5.Druk de Start-toets in: de training begint en de loopmat zet zich in beweging.
6. Door de Stop/Pause-toets 1 x in te drukken, blijft de mat staan en gaat in een vijf minuten durende pauzetijd over. In deze tijd kunt u de onderbroken training voortzetten door op de Start-toets te drukken. Als u 2 x op de Start/Pause- toets drukt, beeindigt u het trainingsprogramma. Als u twee seconden lang op de Stop-toets drukt, zet u de meter op nul. De meter keert in de uitgangspositie terug.
Als u het gebruikergewicht en het hartslagniveau van de training niet hoeft te veranderen, kunt u de hartaangepaste training beginnen door de HRC- functie te kiezen en op de Start-toets te drukken. Om de minuut verschijnen op het profieldisplay de hartslaggegevens van de training. Na verloop van 16 minuten verdwijnt het displaybeeld naar links
en kunt u de hartslaggegevens van de afgelopen 16 minuten aflezen.
TRAININGSPROFIELEN
Om u van een veelzijdige, aangename en doelbewuste training te verzekeren, heeft Tunturi een paar klare, op verschillende manier functionerende trainingsprofielen ontwikkeld. Het soort profielen wordt op de laatste pagina en op het toetsenbord van de meetapparatuur aangegeven en gepresenteerd. Tijdens de training biedt de monitor u boverdien belangrijke informatie aan over het door u gekozen profiel. De monitor geeft op tijd door een klankteken aan, als er veranderingen in het profiel optreden. Het profieldisplay geeft zowel het soort profiel als de gegevens van de volgende profielbalk aan.
A . Hill Walk, Hill Jog en Hill Run zijn - wat het ervoor vereiste niveau betreft - verschillende getrapte trainingsprofielen, waarin u het door u zelf gewenste eisenniveau van de training kunt instellen.
1.De Hill-(heuvel-)-profielen vereisen het gebruik van de hartslaggordel wel niet, maar de gordel biedt toch wel interessante extra gegevens over uw prestaties.
2. Druk de Select-toets zolang in tot het signaallampje brandt naast het door u gewenste Hill-profiel.
3. Druk de Enter-toets in om naar de instelling van de profielduur over te gaan. De laatst ingestelde duur ziet u op het cijferdisplay links op de monitor. U kunt de duur met de pijltoetsen veranderen (grenswaarden tussen 10 minuten
- 0:00 - en 3 uur - h3:00 -, de schaaleenheid bedraagt 5 minuten). Druk de Enter-toets weer in om de instelling te bevestigen. Deze blijft in het geheugen van de meter tot ze door een andere waarde wordt vervangen.
4. Druk de Enter-toets en stel het gebruikergewicht in met de pijltoetsen. Druk de Enter-toets weer om de instelling te bevestigen. Deze blijft in het geheugen van de meter tot ze door een andere waarde wordt vervangen.
5.Druk de Start-toets in: de training begint en de loopmat zet zich in beweging.
6. U kunt het snelheidsniveau van het profiel telkens met 5 % naar boven of naar beneden op schaal aanpassen.
7.Door tijdens de training 1 x op de Stop/Pause- toets te drukken, blijft de loopmat staan en gaat over in een vijf minuten durende pauzetoestand. In deze tijd kunt u de onderbroken training voortzetten door op de Start-toets te drukken. Door 2 x op de Stop/Pause-toets te drukken, beeindigt u het trainingsprogramma. Door twee seconden op de Stop-toets te blijven drukken, zet u de meter op nul. Die keert dan in de uitgangspositie terug.