| RA‑1520 Geïntegreerde Stereoversterker |
42 |
De voorversterker uitgangen p
De
Het aansluiten op het lichtnet
De lichtaansluiting \
De
Trek nooit de stekker uit de wandcontactdoos door aan het snoer te trekken. Dit apparaat is ontworpen om aangesloten te worden op het lichtnet (220/230 Volts wisselspanning). Sluit het nooit aan op een lichtnet met een hoger voltage want dit kan moeilijkheden veroorzaken. Heeft u twijfel over het correcte voltage: het staat genoteerd op de sticker op de achterkant van het apparaat. Stop de voedingskabel in de lichtnetingang p van het apparaat.
EXTRA INFORMATIE: Mocht u ooit moeten verhuizen naar een land met een ander voltage, dan is de versterker op dat andere voltage in te stellen. Doe deze operatie NIET zelf, maar laat hem verrichten door uw Rotel leverancier. Deze handelingen zijn voor een niet ingewijde niet van gevaar ontbloot.
Als u van plan bent om langdurig van huis te zijn, adviseren wij u uw gehele beeld en geluidsinstallatie (dus ook de
De aan/uitschakelaar met bijbehorende indicator 1
Met het indrukken van de “POWER” toets op het front van de versterker, zet u het apparaat aan, een ring om de toets licht nu op, alsmede
het ledje van de stiltefunctie “MUTE”. Nog een keer drukken zet het apparaat weer uit. Wanneer de
de versterker dan aangezet worden met één van de luistertoetsen “LISTENING”.
De 12v. TRIGGER uitgang y
Er zijn een paar Rotel eindversterkers die middels een 12 volts triggersignaal op afstand aan/uit gezet kunnen worden. De aansluiting “12V TRIGGER OUT” geeft dit signaal. Wanneer u de
De bedieningsorganen
De onderstaande toetsen en knoppen zijn om de
De geluidssterkteregelaar “VOLUME” 0C
De “VOLUME” regelaar regelt het volume van beide kanalen tegelijk: rechtsom vermeerdert en linksom vermindert het niveau. De alternatieve manier werkt via de afstandsbediening met de “VOL” toetsen.
De balansregeling “BALANCE” -
Met de balansregelaar “BALANCE” regelt u de relatieve geluidssterkte van de beide kanalen. Als alles goed is, staat deze draaiknop in de middenstand. Er zijn echter situaties denkbaar waarin het evenwicht van het geluidsbeeld niet optimaal is en voor dergelijke omstandigheden kan het nodig zijn de balans wat te verleggen. Naar rechts draaien van de knop “BALANCE” laat het geluidsbeeld naar rechts verschuiven en naar links draaien verschuift het geluidsbeeld naar links.
De lage en hoge tonenregeling 79
Wanneer u de schakelaar “TONE” 8 heeft ingedrukt kunt u de toonbalans beïnvloeden middels de draaiknopjes “BASS” (lagetonen) en “TREBLE” (hogetonen). Naar rechts draaien vermeerdert het lage- respectievelijke hogetonenaandeel van het geluidsspectrum en naar links draaien vermindert hun aandeel. Een goed ingerichte kwaliteits audioinstallatie produceert zijn meest natuurlijke klankweergave zonder, of met zeer geringe gebruikmaking van de toonregelcircuits. Wees vooral voorzichtig met het opdraaien van de toonregelingen. Door het opdraaien gaat u het lage- c.q. hogetonen aandeel versterken, wat een hogere belasting voor zowel uw versterker als uw luidsprekers betekent.
De aan/uitschakelaar van de toonregeling 8
Wanneer de schakelaar “TONE” 8 in de uitpositie staat (niet ingedrukt), is het gehele toonregelingscircuit uitgeschakeld. Dit is de meest pure vorm van muziekweergave. Laat, als u de toonregeling niet nodig heeft deze functie dus uit staan. Wenst u de toonregeling te gebruiken, druk dan eerst deze toets in.
De ingangskeuzeschakelaar “LISTENING” qB
Met de luisterkeuzeschakelaar “LISTENING” kiest u de bron waarvan het signaal naar de lijnuitgangen en de eindtrappen gaat. Kortom de bron waarnaar u wenst te luisteren. Draai de schakelaar naar de gewenste bron of druk op de corresponderende toets van de afstandsbediening.
De opnamekeuzeschakelaar “RECORDING” =
Met de
De stand van de volumeregelaar en de toonregeling hebben geen invloed op de opname.
Wanneer u van een opnameapparaat gebruikt maakt met een driekoppen functie, bent u instaat om tijdens het opnemen uw opname te beluisteren de z.g. “naband” controle. U doet dat door de luisterkeuzeschakelaar (“LISTENING”) op het opnemende apparaat te zetten bv “Tape 1”. Wanneer u geen opnames maakt is het raadzaam de opname keuzeschakelaar uit (“OFF”) te zetten.