GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
CONTROLE VAN HET KOELVLOEISTOFPEIL VAN DE DIESELMOTOR
1.De afvalcontainer (12, Afb. G) legen; dit is niet nodig als de hoeveelheid afval minimaal is.
2.Zet de machine op een vlakke en stevige ondergrond en trek de handrem (7, Afb. E) aan.
3.De afvalcontainer (12, Afb. G) omhoog brengen volgens de aanwijzingen in de betreffende paragraaf.
4.Doe de motor uit door de contactsleutel (17, Afb. D) tot het einde tegen de klok in te draaien en de sleutel te verwijderen.
5.Open de klep rechts (16, Afb. G) door de stoppen (17) los te halen met de meegeleverde sleutel.
6.De twee blokkeerspillen van de opgehesen afvalcontainer (9) uit de houders halen (10, Afb. F) en in de openingen (11) doen.
LET OP!
Het koelcircuit staat onder druk; voer geen controles uit voordat de motor is afgekoeld en ook in dat geval voorzichtig de dop (1, Afb. AF) van de tank openen.
7.Ga te werk zoals beschreven in de handleiding van de dieselmotor en controleer of het koelvloeistofpeil in de tank (2, Afb. AF) tussen de markeringen van het minimum- en maximumniveau staat. Schroef waar nodig de dop (1) los en vul bij. Bestanddelen van de koelvloeistof:
•50% antivries AGIP
•50% water
Draai de dop (1) vast na het bijvullen.
8.Voer de punten 3 tot en met 6 in de omgekeerde volgorde uit.
VERVANGING VAN DE BRANDSTOFFILTER VAN DE DIESELMOTOR
1.De afvalcontainer (12, Afb. G) legen; dit is niet nodig als de hoeveelheid afval minimaal is.
2.Zet de machine op een vlakke en stevige ondergrond en trek de handrem (7, Afb. E) aan.
3.De afvalcontainer (12, Afb. G) omhoog brengen volgens de aanwijzingen in de betreffende paragraaf.
4.Doe de motor uit door de contactsleutel (17, Afb. D) tot het einde tegen de klok in te draaien en de sleutel te verwijderen.
5.Open de kleppen links en rechts (4 en 16, Afb. G) door aan de stoppen (5 en 17) te draaien met de meegeleverde sleutel.
6.De twee blokkeerspillen van de opgehesen afvalcontainer (9) uit de houders halen (10, Afb. F) en in de openingen (11) doen.
7.Ga te werk zoals beschreven in het betreffende deel om de watertanks van de installatie voor stofbestrijding (17 en 21, Afb. F) te legen.
8.Verwijder de schroef (23, Afb. F) en open de linkertank (21) naar buiten toe.
LET OP!
Open de tanks (17 en 21, Afb. F) alleen naar buiten toe als ze zijn geleegd: elke tank bevat circa 120 kg water.
9.Vervang de brandstoffi lter van de dieselmotor zoals beschreven in de betreffende handleiding.
10.Voer de punten 3, 4, 5, 6 en 8 in omgekeerde volgorde uit.
11.Ga te werk zoals beschreven in de paragraaf Voor het starten om indien nodig de watertanks van de installatie voor stofbestrijding bij te vullen.
VERVANGING VAN DE LUCHTFILTER VAN DE STUURCABINE
1.Schakel de parkeerrem (7, Afb. E) in.
2.Draai de contactsleutel (17, Afb. D) tot het einde tegen de klok in en verwijder de sleutel.
3.Verwijder in de stuurcabine de schroeven (1, Afb. AG) en verwijder het paneel (2).
4.Draai de knoppen (1, Afb. AH) los en verwijder het paneel (2).
5.Verwijder de luchtfi lter (1, Afb. AI) van de cabine.
6.Installeer de nieuwe fi lter (1, Afb. AI) zoals afgebeeld met de pijlen (2) in de richting van de luchtstroom.
7.Voer de punten 3 en 4 in omgekeerde volgorde uit.
RS 501
33015501(3)2008-02 A
31