TOPCOM BPM Wrist 5331 WHO
3.Bevestig de velcroband stevig rond uw pols zodat er
geen speling is tussen de polsband en uw pols. Als de polsband niet stevig genoeg rond de pols wordt gewikkeld, zijn de meetresultaten verkeerd.
4.Indien uw arts een zwakke bloedsomloop aan uw linkerarm heeft vastgesteld, moet u de polsband rond uw rechterpols bevestigen.
10 Meethouding
1.Ontspan heel uw lichaam, vooral het gebied tussen uw elleboog en vingers. Plaats uw elleboog op een tafel
zodat de polsband zich op dezelfde hoogte bevindt als uw hart.
Uw hart bevindt zich iets lager dan uw oksel.
2.Als de polsband niet op dezelfde hoogte als uw hart ligt of als u uw arm niet volledig stil kunt houden gedurende
de meting, kunt u een zacht voorwerp gebruiken zoals een opgevouwen handdoek om uw arm te ondersteunen.
3. Draai uw handpalm omhoog. Zit rechtop in een stoel en |
|
haal | (X) |
meting. |
11 Meting
11.1Belangrijk
1.Deze meter schakelt automatisch uit wanneer er gedurende 1 minuut geen toets wordt ingedrukt.
2.Om de meting te onderbreken, drukt u op een willekeurige toets. De polsband zal onmiddellijk leeglopen nadat op een toets is gedrukt.
3.Praat niet tijdens de meting en beweeg ook uw arm- of handspieren niet.
4.Het resultaat wordt automatisch opgeslagen in de geselecteerde Geheugenzone. Selecteer de gewenste Geheugenzone vóór de meting (zie §12).
16