SBC367page 34
4. BEDIENING
Nederlands
BELANGRIJK!
Voor u de Babysitter gebruikt, moet u controleren of het geluid goed doorgestuurd wordt. Zo controleert u of beide onderdelen goed functioneren. U moet het apparaat ook daarna regelmatig blijven controleren. Dit kunt u als volgt doen:
•Laat een volwassene zacht in de zender spreken.
–Het geluid vanuit de babykamer moet duidelijk hoorbaar zijn via de ontvanger in een andere kamer.
KIEZEN VAN EEN KANAAL
–De Babysitter heeft 2 verschillende kanalen voor het doorsturen van het radiosignaal.
Wanneer de ontvangst te zwak is of wanneer er andere radiosignalen ontvangen worden, kunt u op de volgende manier het andere zendkanaal proberen:
•Zet de kanaalschakelaars van beide onderdelen op het andere kanaal (fig. 1.2 en fig. 1.7).
Opmerking: Let erop dat de kanaalschakelaars van de beide onderdelen op hetzelfde kanaal staan. De ontvangst is dan optimaal.
GELUIDSINDICATOR
De ontvanger is uitgerust met een
•Let erop dat de zender op VOICE staat.
•Schakel de ontvanger in en zet het geluid zo zacht mogelijk met de volumeknop (fig.1.4).
–Wanneer een geluid ontvangen wordt van de zender dan lichten de groene LEVEL- indicators op (fig. 1.5). Hoe harder het geluid, hoe meer indicators oplichten.
INDICATOR VOOR
OMGEVINGSTEMPERATUUR
In de zender is een thermometer ingebouwd die de temperatuur in de babykamer controleert. De omgevingstemperatuur in de babykamer wordt weergegeven door een groene indicatie op de zender.
CONTROLEREN VAN HET ZENDEN
Wanneer de ontvanger ingeschakeld is, controleert deze of hij binnen het zendbereik van de zender staat. Wordt het signaal geblokkeerd of wordt de ontvanger langer dan 30 seconden buiten het bereik van de zender geplaatst dan begint de ontvanger te piepen. U kunt het piepen op een van de volgende manieren laten ophouden:
•Zet de ontvanger dichter bij de zender om de geluidsontvangst te herstellen.
–Onder ideale omstandigheden is het maximale zendbereik 300 m.
•Schakel over op het andere zendkanaal (zie hoofdstuk ‘Kiezen van een kanaal’).
•Controleer of de batterijen van zowel de zender als de ontvanger niet leeg zijn.
ANTI-INTERFERENTIETECHNOLOGIE
Om ervoor te zorgen dat er zo weinig mogelijk andere signalen ontvangen worden, controleert het apparaat elk inkomend signaal op een speciale code. Op die manier kunnen storingen van bijvoorbeeld radioamateurs, draadloze telefoons of babyfoons van andere merken tot een minimum beperkt worden.
OPLADEN
De ontvanger doet ook dienst als batterijoplader. Wanneer de oplaadbare batterijen leeg zijn, kunnen ze op eenvoudige wijze opnieuw opgeladen worden in het laadstation. Om de batterijen op te laden:
•Let erop dat de netadapter op de juiste manier aangesloten is op het laadstation.
–Wanneer de netadapter op de juiste manier aangesloten is, licht de rode CHARGE- indicator op het laadstation op.
•Plaats de ontvanger in het laadstation; de batterijen worden opgeladen.
–Het duurt ongeveer 12 tot 14 uur om batterijen die helemaal leeg zijn weer volledig op te laden.
BEVESTIGINGSCLIP
Wanneer er volledig opgeladen batterijen in de ontvanger zitten, kan deze volledig draadloos gebruikt worden. U kunt de ontvanger met behulp van de bevestigingsclip overal in en om het huis meenemen. De clip is eenvoudig op de ontvanger te bevestigen en weer te verwijderen (fig. 5).
34