NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
DE BLOKKEERSTANGEN VAN DE OPGEHEVEN AFVALCONTAINER NAAR BINNEN STEKEN
1.Telkens wanneer u onder de afvalcontainer moet werken, moet u de container volledig omhoog brengen door
de hendel van de bediening (12, Afb. B - 31, Afb. C) ingedrukt te houden en daarna de twee blokkeerstangen (4, Afb. F) naar binnen steken.
NA GEBRUIK VAN DE MACHINE
Aan het eind va de werkcyclus moet u de machine als volgt opslaan:
1.Hoofdborstel omhoog (zie het deel Gebruik van de machine).
2.Zijborstel omhoog (zie het deel Gebruik van de machine).
3.Aanzuigventilator uitgeschakeld (zie het deel Gebruik van de machine).
4.Gashendel op MIN.
5.Afvalcontainer omlaag (zie het deel Gebruik van de machine).
6.Motor uitgeschakeld (zie het deel Starten en stoppen van de dieselmotor).
7.Doe als ze aan zijn, de lichten uit.
8.Parkeerrem ingeschakeld.
TREKBEWEGING VAN DE MACHINE
Voor trekbewegingen van de machine gaat u als volgt te werk.
1.Leeg waar mogelijk de afvalcontainer (2, Afb. F). Als de hoeveelheid afval minimaal is, is het niet nodig de container te legen.
2.Schakel de parkeerrem (21, Afb.
3.Schakel de motor uit door de contactsleutel (17, Afb.
4.Open de motorkap (5, Afb. F) en bevestig deze met de steunstang (6, Afb. F).
5.Draai de schroef van de omloopklep (1, Afb. G) voor de pomp voor het aandrijvingsysteem (32, Afb. E) ongeveer twee slagen los zodat de machine in de neutraalstand staat.
6.Sleep de machine door de machine aan de punten te koppelen die worden aangegeven met de stickers (55, 56, Afb. F - 57, Afb. E).
VERVOER/BEWEGING
Gebruik voor het vervoeren/bewegen van de machine de als volgt beschreven bevestigingspunten en standen.
LET OP!
Het verankeren van de machine moet worden uitgevoerd door bevoegd personeel.
Beschikbare punten
1.De machine is voorzien van de volgende bevestigingspunten:
–2 punten aan de zijkant (55, Afb. F)
–2 punten aan de achterkant (56, Afb. F)
OPMERKING
De hierboven genoemde punten zijn met stickers aangegeven.
Verankering
2.Voer de volgende handelingen uit voor de verankering van de machine tijdens het vervoer:
•De machine opstellen in verplaatsingmodus (zie de procedure in het betreffende deel).
•Haal de contactsleutel uit de contactschakelaar (17, Afb.
•Schakel de parkeerrem (21, Afb.
•Sluit alle kleppen, kappen, etc.
•Bevestig de machine op de aangegeven punten (55, 56, Afb. F) met geschikte banden.
LANGE PERIODE VAN STILSTAND
Als de machine langer dan 30 dagen niet wordt gebruikt, raden wij u het volgende aan:
1.Zet de machine in ruststand zoals beschreven in de paragraaf ‘Na gebruik van de machine.
2.De machine opslaan in een gesloten, droge en schone ruimte die afgeschermd is van de weersomstandigheden en die voldoet aan de volgende omgevingswaarden:
•Temperatuur: van +1°C tot +50°C
•Vochtigheid: maximaal 95%
1.Ontkoppel de minpool van de accu (43, Afb. F).
2.Behandel de dieselmotor zoals beschreven in de betreffende handleiding.
EERSTE GEBRUIKSPERIODE
Na de eerste gebruiksperiode (de eerste 8 uur) moet u de volgende handelingen uitvoeren:
1.Controleer of alle bevestigings- en aansluitingselementen nog goed vast zitten; controleer of alle zichtbare onderdelen nog intact zijn en geen lekkage vertonen.
2.Voer na de eerste 50 werkuren, de controles en de voorziene vervangingen uit volgens het vastgelegde onderhoudsschema.
16
SR 1800S D 2WD