OVERIGE INFORMATIE (VERHELPEN VAN STORINGEN)
VERHELPEN VAN STORINGEN
Storingen worden vaak veroorzaakt door een verkeerd gebruik van het apparaat. Raadpleeg daarom bij storingen eerst de onderstaande lijst. Het is eveneens mogelijk dat het probleem veroorzaakt wordt door een andere aangesloten component. Controleer daarom ook de andere componenten. Is het niet mogelijk om de storing aan de hand van de onderstaande lijst te verhelpen, neem dan contact op met een erkend Pioneer
Storing | Mogelijke oorzaak | Oplossing |
|
|
|
De CD komt niet naar buiten bij | ÷ Het netsnoer is niet aangesloten. | ÷ Steek de stekker in het stopcontact. |
indrukken van de EJECT toets (0). |
|
|
|
|
|
Het afspelen begint niet wanneer | ÷ De | ÷ Druk op de AUTO CUE toets om de Auto Cue |
een CD wordt geplaatst. |
| functie uit te schakelen. |
|
|
|
Het afspelen stopt meteen nadat het | ÷ De plaat is vuil e.d. | ÷ Maak de plaat schoon en speel hem opnieuw |
begonnen is. Ongewenst pauzeren |
| af. |
of stoppen tijdens afspelen. |
|
|
|
|
|
Geen geluid. | ÷ De uitgangssnoeren zijn verkeerd | ÷ Controleer de aansluitingen. Zie het hoofdstuk |
| aangesloten of zitten los. | “Aansluitingen”. |
| ÷ Verkeerde bediening van het DJ- | ÷ Controleer de instellingen van de schakelaars |
| mengpaneel. | en volumeregelaars van het |
| ÷ De stekkers of de aansluitbussen op de | ÷ Maak deze onderdelen schoon. |
| versterker zijn vuil. | ÷ Druk op de |
| ÷ De | |
|
|
|
Kan geen MP3 discs afspelen. | ÷ De bestanden hebben het verkeerde | ÷ Raadpleeg bladzijde 66, “MP3 BESTANDEN |
| formaat. | AFSPELEN”. |
|
|
|
Geluid is vervormd of er is veel ruis. | ÷ Verkeerde aansluitingen. | ÷ Sluit aan op de LINE INPUT aansluitingen van |
|
| het audiomengpaneel. (Gebruik niet de MIC |
|
| aansluitingen.) |
| ÷ De stekkers of de aansluitbussen op de | ÷ Maak deze onderdelen schoon. |
| versterker zijn vuil. |
|
| ÷ Interferentie veroorzaakt door een televisie. | ÷ Schakel de televisie uit, zet de |
|
| van de televisie vandaan of sluit de |
|
| op een stopcontact van een andere |
|
| stroomkring aan. |
|
|
|
Bij bepaalde platen hoort u een luid | ÷ De plaat is erg bekrast of kromgetrokken. | ÷ Vervang de plaat. |
stoorgeluid of stopt het afspelen. | ÷ De plaat is erg vuil. | ÷ Maak de plaat schoon. |
|
|
|
Als de “auto cue” funktie ON wordt | ÷ De zoektijd zal lang zijn als het geluidsloos | ÷ Druk op de AUTO CUE toets om de Auto Cue |
gesteld, is het fragmentzoeken nog | segment tussen de fragmenten lang is. | functie uit te schakelen. |
niet afgelopen. |
|
|
|
|
|
De | ÷ Er is geen | ÷ Stel een |
wanneer de CUE toets tijdens | ÷ Het | ÷ Tijdens het afspelen van MP3 discs is terug- |
weergave wordt ingedrukt. | bestand in een andere map. | |
|
|
|
Bij indrukken van de OUT/OUT | ÷ Er zijn geen | ÷ Stel een |
ADJUST toets begint de lus- | ingesteld. |
|
weergave niet. | ÷ Er werd op de OUT/OUT ADJUST toets | ÷ Tijdens het afspelen van een MP3 disc, is lus- |
| gedrukt tijdens het afspelen van een ander | weergave alleen mogelijk binnen hetzelfde |
| MP3 bestand dan waarin het | muziekstuk waarin het |
| beginpunt) is ingesteld. | beginpunt) is ingesteld. |
|
|
|
Kan niet in MP3 discs zoeken. | ÷ U hebt geprobeerd op een MP3 disc in een | ÷ Zoeken op MP3 discs is alleen mogelijk binnen |
| andere map te zoeken (snel vooruitspoelen/ | dezelfde map. |
| achteruitspoelen). |
|
Het televisiebeeld of de FM- | ÷ De storing wordt door de | ÷ Schakel de spanning van de |
uitzending is gestoord. | veroorzaakt. | plaats de speler verder van de TV of tuner. |
|
|
|
De disc draait niet wanneer de | ÷ De disc stopt automatisch indien er voor | ÷ De weergave kan worden gestart vanaf het |
spanning is ingeschakeld. | 100 minuten of langer geen bediening in de | eerste muziekstuk door op de PLAY/PAUSE |
| pauzefunctie wordt uitgevoerd. | toets (6) te drukken. Druk op de EJECT toets |
| ÷ Het draaien van de CD stopt nadat het | (0) om de disc uit te werpen. |
| laatste muziekstuk op de CD is afgespeeld. |
|
|
|
|
Español Nederlands
÷Statische elektriciteit of andere externe storingen kunnen een foutieve werking van het apparaat veroorzaken. Indien dit gebeurt, schakelt u het apparaat met de netschakelaar (POWER) uit en vervolgens schakelt u het apparaat weer in nadat de CD volledig tot stilstand is gekomen.
÷Het apparaat kan geen
÷Dit apparaat kan normale
÷De
÷Bij het afspelen van
89
<DRB1376> Du