N Problemen en hun oplossing
Probleem | Oplossing | |
U hoort een brom of andere storing. | Ontvanger bevindt zich buiten het bereik van de zender. Zet de ontvanger | |
| dichter in de buurt van de zender. | |
| NB: Het bereik varieert afhankelijk van omstandigheden zoals | |
| geluidsniveau, obstakels en eventuele storing. | |
| De zender staat uit. Zet de zender aan. | |
|
| |
| De kanaalkiezers staan op verschillende kanalen. Zet de kanaalkiezers van | |
| zender en ontvanger op hetzelfde kanaal. | |
|
| |
| Het snoer is niet goed aangesloten op de zender en de zender staat uit. Sluit | |
| het snoer goed aan op de zender. | |
|
| |
| Er staat geen stroom op het stopcontact en de zender staat uit. | |
| Controleer of de lichtschakelaar waarmee de stroom van het stopcontact | |
| kan worden in- en uitgeschakeld, in de juiste stand staat. | |
| De stroom staat uit omdat de stroomonderbreker naar de kamer uit staat. | |
| Controleer de zekeringen en stroomonderbrekers. | |
|
| |
Batterijlampje brandt niet. | De ontvanger staat niet aan. Zet de ontvanger aan. | |
|
| |
| De batterijen in de ontvanger zijn (bijna) leeg. Vervang de batterijen door | |
| drie “AAA” (LR03) alkalinebatterijen of gebruik in plaats van batterijen | |
| de | |
| De stroom staat uit omdat de stroomonderbreker naar de kamer uit staat. | |
| Controleer de zekeringen en stroomonderbrekers. | |
|
| |
| Er staat geen stroom op het stopcontact en de ontvanger staat uit. | |
| Controleer of de lichtschakelaar waarmee de stroom van het stopcontact | |
| kan worden in- en uitgeschakeld, in de juiste stand staat. | |
|
| |
Batterijlampje brandt oranje. | De batterijen in de ontvanger zijn (bijna) leeg. Vervang de batterijen door | |
| drie “AAA” (LR03) alkalinebatterijen of gebruik in plaats van batterijen | |
| de | |
Stroomlampje van de zender | De zender staat uit. Zet de zender aan. | |
brandt niet. |
| |
Het snoer is niet goed aangesloten op de zender en de zender staat uit. Sluit | ||
| ||
| het snoer goed aan op de zender. | |
|
| |
| Er staat geen stroom op het stopcontact en de zender staat uit. | |
| Controleer of de lichtschakelaar waarmee de stroom van het stopcontact | |
| kan worden in- en uitgeschakeld, in de juiste stand staat. | |
|
| |
| De stroom staat uit omdat de stroomonderbreker naar de kamer uit staat. | |
| Controleer de zekeringen en stroomonderbrekers. | |
U hoort gesprekken of geluiden van | Er zijn andere babyfoons of draadloze telefoons op hetzelfde kanaal actief. | |
de buren. | Zet de zender en ontvanger op een ander kanaal om de storing weg te nemen. | |
|
|
Als u al deze oplossingen heeft geprobeerd, en denkt dat het snoer van de zender of
24