GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS
RS 850 33014576(4)2008-02 A 33
Reiniging van de spuitmond en de lter in de aanzuigslang aan de achterkant (optioneel)
Maak het bandje (1, afb. Y) los en scheid de vaste aanzuigslang aan de achterkant (2) van de exibele slang (3).
Als u aan de binnenkant van de vaste slang (2, Afb. Y) werkt, met een pijpsleutel van 14 mm (0,55 in) de spuitmond (4)
losschroeven en de lter (5) verwijderen (controleer de werkelijke positie van de spuitmond).
Eventueel vuil op de spuitmond (4, Afb. Y) en de lter (5) met een straal perslucht reinigen. Verwijder eventuele kalkaanslag.
Indien nodig de lter (5) vervangen.
Monteer de lter en de spuitmond in de omgekeerde volgorde van de demontage.
Monteer de exibele slang (3, Afb. Y) op de vaste aanzuigslang aan de achterkant (2) en maak ze vast met het bandje (1).
REINIGING VAN DE WATERFILTER VAN DE INSTALLATIE VOOR STOFBESTRIJDING
LET OP!
Draag geschikte bescherming voor het lichaam (ogen, haren, handen, enz.) bij het schoonmaken van de
machine met een hogedrukspuit (lucht of water).
OPMERKING
Wanneer de lter wordt verwijderd, loopt het water weg uit de tanks, daarom is het beter om dit onderhoud uit te voeren
wanneer de watertanks leeg zijn.
Schakel de parkeerrem (13, Afb. E) in.
Draai de contactsleutel (24, Afb. D) in stand ‘UIT’ en verwijder de sleutel.
Als u op de rechterkant van de achteras werkt, het deksel (1, Afb. Z) van de water lter losschroeven en deze samen met de
lter verwijderen.
Scheid de lter (2, Afb. Z) van het deksel (3) en reinig ze. Indien nodig de lter vervangen.
Monteer de lter en het deksel.
CONTROLE VAN HET OLIEPEIL VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM
WAARSCHUWING!
Uit te voeren controle met de afvalcontainer (7, Afb. G) volledig omlaag gehaald.
Schakel de parkeerrem (13, Afb. E) in.
Start de dieselmotor zoals werd beschreven in de speci eke paragraaf.
Open de onderste zijklep links (11, Afb. G) door aan de stop (12) te draaien met de meegeleverde sleutel.
Controleer of de wijzer van de ef ciëntie-indicator (1, Afb. AA) van de afzuig lter (2) van de hydraulische installatie in het
groene deel staat (3), vervang anders de lter (2) (zie de procedure in de werkplaatshandleiding).
Controleer of er in het bovenste deel (4, Afb. AA) van de olietank van de hydraulische installatie geen olieaanslag zit, vervang
anders ook de ontluchtings lter van de tank (5) (zie de procedure in de werkplaatshandleiding).
Schakel de dieselmotor uit door de contactsleutel (24, Afb. D) in stand UIT te draaien en haal deze eruit.
Controleer via de indicator (6, Afb. AA) of het peil van de olie in de tank tussen de markeringen MIN en MAX staat.
Schroef indien nodig de dop (7, Afb. AA) los, verwijder de lter (2) en bijvullen. Zie voor de bruikbare soorten olie het hoofdstuk
Technische eigenschappen.
OPMERKING
Vul bij met dezelfde olie als in de tank.
Installeer de lter (2, Afb. AA) en draai de dop (7) vast.
Sluit de onderste zijklep links (11, Afb. G) door aan de stoppen (12) te draaien met de meegeleverde sleutel.
15.
16.
17.
18.
19.
1.
2.
3.
4.
5.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.