PM5D/PM5D-RH V2 / DSP5D Gebruikershandleiding Gedeelte Bediening 15
1
Inleiding
In het scherm FADER ASSIGN werden opties
toegevoegd waardoor u het stripgedeelte STEREO/
DCA kunt gebruiken om het monitor/cue-niveau en
de aan/uit-status te controleren. ( p. 217)
In het scherm FADER ASSIGN kunt u nu ook de
gewenste kanalen van de DSP5D toewijzen. ( p. 217)
In het scherm SECURITY werd een functie LOAD
LOCK toegevoegd waarmee u het laden voor elk
type bestand kunt uitschakelen. ( p. 218)
In het scherm SECURITY is een optie RECALL
LOCK toegevoegd, waarmee u parameters kunt
vergrendelen zodat ze niet worden gewijzigd
wanneer een scene of bibliotheek wordt opgeroepen.
( p. 218)

In-/uitgangsfuncties

In het scherm OUTPUT PATCH van de functie
OUTPUT PATCH kunt u nu de routing van
uitgangskanalen naar MIX OUT-aansluitingen 1–24
wijzigen. ( p. 243)
In het scherm INSERT POINT van de functie
OUTPUT PATCH en het scherm INSERT/DIRECT
OUT POINT van de functie INPUT PATCH werden
een toets SET ALL en CLEAR ALL toegevoegd,
waardoor u alle kanalen kunt in- en uitschakelen met
één enkele handeling. ( p. 246, 281)
Aan de functie OUTPUT PATCH werd een scherm
NAME toegevoegd, waarmee u namen kunt
toewijzen aan uitgangskanalen die in verscheidene
schermen worden weergegeven (ondersteund vanaf
V1.2). ( p. 247)
In het scherm CH JOB van de functie INPUT VIEW
kunnen kanaalinstellingen nu zowel verplaatst als
gekopieerd worden. ( p. 314)
In het scherm INSERT/DIRECT OUT POINT van de
functie INPUT PATCH werd PRE ATT toegevoegd
als een rechtstreekse uitgangszendlocatie. ( p. 282)
In het scherm MIX SEND VIEW van de functie
PAN/ROUTING wordt de zendpositie (PRE/POST)
van het signaal dat naar de MIX-bus wordt
verstuurd nu aangegeven door de kleur van het
staafdiagram. ( p. 306)
U kunt nu een Q tot 16 instellen voor de
parametrische EQ van de ingangskanalen,
uitgangskanalen en GEQ-modules.
U kunt nu de drempelwaarde laten zakken tot -72 dB
voor de GATE van een ingangskanaal.
Betreffende word clock-synchronisatie
Het signaal dat wordt gebruikt om signaalverwerking
van digitale audio te synchroniseren heet "word clock".
Normaal verstuurd een apparaat een word clock-signaal
als referentie en de andere apparaten ontvangen dit
word clock-signaal en synchroniseren het.

Om digitale audiosignalen te versturen naar en te

ontvangen van een extern apparaat via de digitale in- en

uitgangen van de PM5D/DSP5D of via een digitale I/O-

kaart die in een sleuf is geplaatst, moet de word clock tussen

de apparaten gesynchroniseerd zijn. Let op dat als de word

clock niet gesynchroniseerd wordt, de signalen niet correct

worden verzonden en onaangenaam geluid ontstaat.

Tip
Raadpleeg de uitleg over word clock in het gedeelte
Bediening "Hoofdstuk 4. Aansluitingen en instelling" voor
meer informatie over het synchroniseren van de word clock
van de PM5D/DSP5D en externe apparaten (
p. 38) en
het gedeelte Naslagwerk "WORD CLOCK-scherm"
(
p. 219).
Bij uitzondering kunnen digitale signalen die niet
gesynchroniseerd zijn met de PM5D/DSP5D via een digitale
I/O-kaart worden ingevoerd die een samplesnelheidomzetter
bevat of via de 2TR IN/OUT DIGITAL-aansluitingen.
Hoe deze handleiding is ingedeeld
Deze gebruikershandleiding bestaat uit de volgende
drie gedeelten.

Gedeelte Bediening

Dit gedeelte verklaart de items op de voor- en
achterpanelen, verbindingen en instelling en hoe u de
basisfuncties van de PM5D gebruikt. Vooral als u nog
nooit met een digitale console hebt gewerkt, raden we u
aan om hoofdstukken 2 tot 7 eerst te lezen.

Gedeelte Naslagwerk

Dit gedeelte verklaart de functionaliteit en bediening
van alle PM5D-schermen. Raadpleeg dit gedeelte als u
meer te weten wilt komen over de items in de schermen.

Appendices

Dit bevat verschillende informatie zoals
bibliotheeklijsten, parameterlijsten voor de interne
effecten, het MIDI-gegevensformaat en lijsten van
waarschuwings- en foutberichten.
In deze handleiding worden niet-vergrendelende
paneelregelaars waarop u drukt "toetsen" genoemd en
regelaars waarvan de aan/uit-status verandert als u ze
indrukt (vergrendelende types) "schakelaars" genoemd.
De bedieningsknoppen op het paneel die van een
minimumwaarde naar een maximumwaarde kunnen
worden gedraaid worden "knoppen" genoemd, terwijl
de bedieningsknoppen die zonder einde draaien
"codeurs" worden genoemd.

Bedieningselementen op het paneel staan tussen vierkante

haken [ ] (bv. toets [CUE], schakelaar [PAD]) om ze te

onderscheiden van de toetsen en knoppen die in het scherm

worden weergegeven. Voor bepaalde bedieningselementen

wordt de naam van het gedeelte voor de [ ] vermeld (bv.

toets CH [ON], codeur EQ [FREQUENCY]).

Tenzij anders vermeld zijn de referenties naar de PM5D

zowel van toepassing op het model PM5D als op het model

PM5D-RH. Als de specificaties verschillen tussen het model

PM5D en het model PM5D-RH worden dergelijke

verschillen aangegeven telkens als ze voorkomen.

Conventies in deze handleiding