OUTPUT EQ-functie
250 PM5D/PM5D-RH V2 / DSP5D Gebruikershandleiding Gedeelte Naslagwerk
OUTPUT EQ-functie
Hier kunt u de EQ-parameters van het geselecteerde
uitgangskanaal bewerken.
(Als een MIX-kanaal of STEREO A/B-kanaal is
geselecteerd)
(Als een MATRIX-kanaal is geselecteerd)
AKanaalselectie
Selecteer het uitgangskanaal dat u wilt bewerken.
U kunt achtbands EQ (vier UPPER-banden + vier
LOWER-banden) gebruiken voor MIX-kanalen en
STEREO A/B-kanalen, en vierbands EQ voor
MATRIX-kanalen.
Als een kanaal is gepaard (of als er een STEREO A/B-
kanaal is geselecteerd), wordt er een hartsymbool
weergegeven aan de rechterkant. Voor MIX-kanalen of
MATRIX-kanalen kunt u op dit symbool klikken om
paren in of uit te schakelen.

BEQ ON/OFF (EQ aan/uit)

Hiermee schakelt u de EQ voor het betreffende kanaal
in of uit.

CEQ LINK GROUP

Hiermee selecteert u de EQ-koppelingsgroep (A–H)
waartoe de EQ van het betreffende kanaal behoort. EQ-
parameters worden gekoppeld voor uitgangskanalen
die bij dezelfde groep horen.
Opmerking
De EQ van MIX-kanalen en STEREO A/B-kanalen kan alleen
worden toegewezen aan groepen A-F, en de EQ van
MATRIX-kanalen kan alleen worden toegewezen aan groepen
G/H.

DLIBRARY

Met deze knop opent u het OUTPUT EQ LIBRARY-
scherm (p. 252), waarin u EQ-
bibliotheekinstellingen voor uitgangskanalen kunt
opslaan/oproepen.

EEQ TYPE

Hiermee selecteert u het type EQ. Als u de TYPE I-
knop inschakelt, wordt het algoritme geselecteerd dat
wordt gebruikt in de 02R-serie. Als u de TYPE II-knop
inschakelt, wordt een nieuw ontwikkeld algoritme
geselecteerd. Met TYPE II wordt de interferentie tussen
banden verminderd.

FEQ-diagram

In dit diagram wordt bij benadering de respons van de
EQ-parameters weergegeven. De gekleurde verticale
lijnen geven de FREQ (middenfrequentie) aan van de
band voor de parameter waarbij de cursor zich bevindt.
(De kleur van elke lijn komt overeen met de
knopmarkeringen voor de banden.) De responscurve
verandert als u de Q of GAIN van elke band bewerkt.

GNiveaumeter

Met deze meters worden de piekniveaus vóór EQ en na
EQ aangegeven. Als het signaal wordt geknipt vóór EQ,
licht het OVER-segment op.

EQ PARAM (EQ-parameter)-scherm

EQ PARAM
EQ PARAM
5

12 4

8 7

36

9