SCENE-functie
176 PM5D/PM5D-RH V2 / DSP5D Gebruikershandleiding Gedeelte Naslagwerk
JTX ON/OFF (transmissie van MIDI-gebeurtenissen aan/uit)
Bepaalt of de toegewezen MIDI-gebeurtenis wordt
verzonden.
KDELAY
Hiermee wordt de timing aangegeven van de
programmawijziging of MIDI-gebeurtenis die wordt
verzonden als de scene wordt opgeroepen. Als u op de
knop links klikt, wordt het volgende venster MIDI
EVENT DELAY weergegeven.
• POST
De programmawijziging of MIDI-gebeurtenis wordt
verzonden als sceneoproepverwerking is voltooid
(dezelfde bewerking als eerder V1.2).
• INTERVAL
De programmawijziging of MIDI-gebeurtenis wordt
verzonden na het opgegeven tijdinterval volgend op het
begin van de verwerking van de sceneoproep. De
begintijd van de verzending kan worden opgegeven in
een bereik van 0,0 tot 9,9 seconde.
LGPI OUT CONTROL 112
Hiermee worden de polariteit en verzendmethode
(tally/trigger) opgegeven van het signaal dat van GPI
OUT-poorten 1–12 wordt verzonden als de scene
wordt opgeroepen. Als u op een knop klikt die
overeenkomt met een poort 1–12, verandert de
instelling in de volgende volgorde.
Opmerking
GPI OUT CONTROL-instellingen zijn onafhankelijk van de
instellingen in het scherm GPI van de functie MIDI/
REMOTE.
In het geval van een instelling van het type Trigger, is het
tijdinterval tussen het actief worden en het terugkeren naar
de inactieve status 250 msec.
MREMOTE TRANSPORT
Hiermee wordt de transportopdracht (MMC of RS422-
protocol) geselecteerd dat wordt verzonden als u de
scene oproept. Als u op de knop links klikt, wordt
een venster weergegeven waarin u het uitvoerdoel en
het type opdracht kunt selecteren.
NSCENE FUNCTION (oproepfunctie)
Hier kunt u scenes opslaan/oproepen.
• RECALL
Hiermee wordt de momenteel in de scenelijst
geselecteerde scene in de PM5D geladen.
OPSLAAN (STORE)
Hiermee worden de huidige instellingen van de PM5D
opgeslagen in de momenteel in de scenelijst
geselecteerde scene. (Deze knop is niet beschikbaar als
de geselecteerde scene alleen-lezen of beveiligd is.)
• UNDO
Hiermee wordt de voorafgaande Recall- of Store-
bewerking ongedaan gemaakt. U kunt hier nogmaals
op klikken (Redo, opnieuw) om terug te keren naar de
status van vóór de Undo-bewerking.
• PREVIEW
Als deze knop is ingeschakeld, staat de PM5D zich in
de modus PREVIEW. Hierin kunt u de instellingen van
een in het geheugen opgeslagen scene of de instellingen
van een bibliotheekitem bekijken of bewerken zonder
de interne signaalverwerking te beïnvloeden. Dit is
gekoppeld aan de sleutel [PREVIEW] in het gedeelte
SCENE MEMORY van het paneel ( p. 88).
Opmerking
Monitorinstellingen worden zelfs in de modus Preview
toegepast op interne signaalverwerking. U kunt cue/monitor-
bewerken uitvoeren in de modus Preview.
EVENT LIST-, MIDI- en GPI-bewerkingen zijn van toepassing
op interne signaalverwerking, maar niet op Preview.
Opslag-/laadbewerkingen op de geheugenkaart kunnen niet
worden uitgevoerd in de modus Preview.
In de modus Preview zijn door de gebruiker gedefinieerde
bewerkingen die effect hebben op interne signaalverwerking
uitgeschakeld. Dit zijn bijvoorbeeld de bewerkingen EVENT
LIST, TALKBACK ASSIGN, MONITOR, MIDI DIRECT OUT,
MACHINE CONTROL en GPI OUT CONTROL.
OBLANK SKIP
Hiermee wordt opgegeven hoe scenenummers kunnen
worden geselecteerd. Als de knop BLANK SKIP is
uitgeschakeld, kunnen alle scenenummers
achtereenvolgens worden geselecteerd, ongeacht of ze
scenegegevens bevatten. Als daarentegen de knop
BLANK SKIP is ingeschakeld, kunnen alleen nummers
worden geselecteerd waarin daadwerkelijk een scene is
opgeslagen. Deze instelling geldt als u scenes schakelt
met de toetsen SCENE MEMORY [π]/[] in het
gedeelte SCENE MEMORY van het paneel, de
[DATA]-encoder of de knoppen / in het scherm.
Display Polariteit Verzendmethode
None Uitgeschakeld
Hoogactief Tally
Laagactief Tally
Hoogactief trigger
Laagactief trigger
L M
N P QOR