PM5D/PM5D-RH V2 / DSP5D Gebruikershandleiding Gedeelte Naslagwerk 265
Informatie
op de display
Functiemenu
Algemene
functies
Uitgangs-
functies
Ingangs-
functies
Appendices
Als de knop MTRX from MIX is ingeschakeld
U kunt de status bekijken van de signalen die vanuit
alle MIX-kanalen of STEREO A/B-kanalen worden
verzonden naar een specifieke MATRIX-bus.
BSEND LEVEL/SEND POINT
Selecteert één van de volgende twee parameters voor
weergave in het raster.
Als de knop SEND LEVEL is ingeschakeld
De verzendniveaus die van de MIX-kanalen of
STEREO A/B-kanalen worden verzonden naar de
MATRIX-bussen, worden in elk raster weergegeven als
een staafdiagram. Kanalen waarvoor het signaal dat
naar de MATRIX-bus wordt verzonden is
uitgeschakeld, worden aangegeven met grijze balken en
kanalen waarvoor het signaal is ingeschakeld, worden
aangegeven met blauwe balken.
Als u het verzendniveau wilt bewerken, verplaatst u de
cursor naar het raster op het punt waar het MIX- of
STEREO A/B-kanaal (verticale kolom) de MATRIX-
bus (horizontale rij) doorsnijdt en schakelt u de
[DATA]-encoder in.
Als u het signaal dat vanuit een specifiek MIX- of
STEREO A/B-kanaal naar de MATRIX-bussen wordt
verzonden in/uit wilt schakelen, verplaatst u de cursor
naar de verticale kolom voor dat kanaal en drukt u op
de toets [ENTER].
Tip
Als het verzendniveau is ingesteld boven nominaal (0 dB),
wordt een rode lijn weergegeven die het nominale niveau
aangeeft.
Als het MATRIX-kanaal van het verzenddoel gepaard is,
wordt in het raster voor de oneven genummerde MATRIX-
bus in plaats van een staafdiagram een oranje lijn
weergegeven die de panwaarde aangeeft. (In de modus
MTRX from MIX geeft omhoog R aan en omlaag L.)
Als de knop SEND LEVEL is ingeschakeld, kunt u een
gewenst raster selecteren en de verzendniveauwaarde
(pan) ervan kopiëren naar andere kanalen (in
horizontale richting) of naar andere MATRIX-bussen
(in verticale richting), of alle rasters tegelijk in- of
uitschakelen.
Verplaats hiervoor de cursor naar het gewenste raster
en houd vervolgens de [SHIFT]-toets ingedrukt terwijl
u op de [ENTER]-toets drukt. (U kunt ook de
[SHIFT]-toets ingedrukt houden terwijl u op het
gewenste raster klikt.) Als het venster JOB SELECT
wordt weergegeven, selecteert u een van de volgende
kopieeropties en klikt u op de knop OK.
LEVEL COPY [ALL MATRIX ]
Kopieer de waarde van het verzendniveau (pan) van
het geselecteerde raster naar alle instellingen voor het
verzendniveau (pan) van het overeenkomstige MIX
(of STEREO A/B)-kanaal in de verticale richting van
het raster.
Opmerking
Als het geselecteerde raster een verzendniveau is, worden
alleen de verzendniveaus gekopieerd. Als het geselecteerde
raster een panwaarde is, worden alleen de panwaarden
gekopieerd.
LEVEL COPY [ALL MIX ]

Kopieer de waarde van het verzendniveau (pan) van

het geselecteerde raster naar alle instellingen voor het

verzendniveau (pan) van de overeenkomstige

MATRIX-bus in de horizontale richting van het raster.

LEVEL COPY [ALL MIX x ALL MATRIX]
Kopieer de waarde van het verzendniveau (pan) van
het geselecteerde raster naar de instellingen voor het
verzendniveau (pan) van alle MIX (en STEREO A/B)-
kanalen en MATRIX-aansluitingen.
ALL ON [ALL MIX ]
Schakel de signalen in die vanuit alle kanalen (MIX,
STEREO A/B) worden verzonden naar de
overeenkomstige MATRIX-bus.
ALL OFF [ALL MIX ]
Schakel de signalen uit die vanuit alle kanalen (MIX,
STEREO A/B) worden verzonden naar de
overeenkomstige MATRIX-bus.
Als de knop SEND POINT is ingeschakeld
In het raster wordt de positie aangegeven van waaruit
het signaal van de MIX-kanalen of STEREO A/B-
kanalen wordt verzonden naar de MATRIX-bussen.
Kanalen waarvoor het
signaal dat naar de
MATRIX-bus wordt
verzonden is
ingeschakeld (blauw
staafdiagram)
Kanalen waarvoor het
signaal dat naar de
MATRIX-bus wordt
verzonden is uitgeschakeld
(grijs staafdiagram)
Panwaarde (oranje lijn)
PRE FADER POST FADER POST ON