PM5D/PM5D-RH V2 / DSP5D Gebruikershandleiding Gedeelte Naslagwerk 221
Informatie
op de display
Functiemenu
Algemene
functies
Uitgangs-
functies
Ingangs-
functies
Appendices
Hier kunt u instellingen maken die gelden voor het hele
PM5D-systeem.

A+48V MASTER (alleen DSP5D)

Dit is de masterschakelaar voor fantoomvoeding
(+48V) voor INPUT-aansluitingen 1–48 en ST IN-
aansluitingen 1–4. Als de schakelaar uit staat, is de
+48V-knop die in de display wordt getoond
uitgeschakeld.

BVIRTUAL SOUNDCHECK

Hier kunt u instellingen maken voor de virtuele

soundcheckfunctie, waarmee ingangspatching tijdelijk

wordt omgeschakeld. Als u op de knop links klikt,

wordt het venster VIRTUAL SOUNDCHECK SETUP

weergegeven, waarin u een vervangende poort kunt

toewijzen voor elke poort. U kunt deze instellingen

inschakelen door op de knop ON/OFF rechts te klikken.

Voor elke poort kunt u een poort opgeven die virtueel
wordt vervangen. U kunt dezelfde poort niet aan meer
dan één poort toewijzen. Als u een eerder toegewezen
poort toewijst aan een andere poort, wordt de patch
uitgeschakeld (grijs weergegeven) voor de poort
waarvoor de toewijzing is verwijderd. Als er een sleuf
wordt uitgewisseld met de CASCADE IN-connector,
wordt het nummer van de cascadebus weergegeven in
zwart op een gele achtergrond in het gebied waarin de
sleufpoortnummers worden weergegeven. In het
voorbeeld hierboven worden AD IN1–16 en SLOT 1
uitgewisseld, wordt SLOT 2 toegewezen aan AD IN
17–32, wordt de patching uitgeschakeld voor SLOT 2
en wordt SLOT 3/4 uitgewisseld met de CASCADE IN-
connector.

CPAIR MODE

Selecteer een van de twee volgende methoden voor het
paren van ingangskanalen.
HORIZONTAL PAIR
Als deze knop is ingeschakeld, worden ingangskanalen
van aangrenzende nummers (1/2, 3/4 ...) gepaard.
VERTICAL PAIR
Als deze knop is ingeschakeld, worden ingangskanalen
van verschillende kanalen die dezelfde fader gebruiken
(1/25, 2/26 ...) gepaard. Met deze instelling kunt u de
faders van de INPUT channel strip gebruiken om
maximaal 24 paren (48 kanalen) te regelen.
Tip
De afbeelding onder de knoppen verandert afhankelijk van de
door u geselecteerde paarmodus.
Als u van de horizontale naar de verticale paarmodus
schakelt, worden als volgt nieuwe nummers
toegewezen aan de ingangskanalen.
Kanaal 1 geen wijziging
Kanaal 2 Kanaal 25
Kanaal 3 Kanaal 2
Kanaal 4 Kanaal 26
:
Kanaal 47 Kanaal 24
Kanaal 48 geen wijziging
(Als u weer terugschakelt naar de horizontale
paarmodus, keren de kanalen terug naar het eerdere
nummer.) Houd er echter rekening mee dat dit alleen
betekent dat het ingangskanaal dat eerder "kanaal 2"
heette, nu "kanaal 25" heet. De naam en
parameterinstellingen van dat kanaal blijven
ongewijzigd.

In de verschillende schermen van de display (behalve

het scherm TRACKING RECALL en het scherm

FADER VIEW) worden als u de paarmodus wijzigt,

alleen de weergegeven nummers gewijzigd. De

rangschikking van de ingangskanalen blijft ongewijzigd.

DPAN NOMINAL POSITION

Hier kunt u opgeven of een signaal op nominaal niveau
is als dit naar het midden wordt gepand, of op
nominaal niveau als het helemaal naar links of rechts
wordt gepand. Kies een van de volgende twee
instellingen. U kunt onafhankelijke instellingen kiezen
voor monaurale kanalen en gepaarde kanalen.
• CENTER
Het signaal is op nominaal niveau (+0 dB) als het in
het midden is gepand en stijgt +3 dB als het helemaal
naar links of rechts wordt gepand.
•L R
Het signaal is op nominaal niveau (+0 dB) als het
helemaal naar links of rechts is gepand en daalt
–3 dB als het naar het midden wordt gepand.
Tip
De huidige instelling wordt ook weergegeven met het diagram
onder de knoppen.
MIXER SETUP-scherm
MIXER SETUP
1
3
2
4